27.01.2015 Views

Mariken

Mariken

Mariken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

33<br />

werk van een rederijker 41 . Ook dit past geheel in de algemenere praktijk waarbij de<br />

tekst van Nederlandse prozaromans niet alleen maar met rederijkersverzen is<br />

aangevuld en opgesierd, maar waarin ook oorspronkelijke tekstgedeelten van scenische<br />

aard, monologen of dialogen, tot rederijkersverzen zijn omgewerkt 42 . Zo wordt op<br />

een eenvoudige, organische en genetische wijze de eigenaardige ‘gemengde’ vorm<br />

van M.v.N. verklaard. Deze gemengde vorm kan dus formeel als bestaande uit ‘proza’<br />

en ‘verzen’ worden omschreven, maar ook, meer inhoudelijk en functioneel, als<br />

episch en dramatisch vertellen. Het ‘dramatische’ nu, hoezeer in A ook tot ‘scènes’<br />

verzelfstandigd, blijft in M.v.N. ondergeschikt aan een verhaal dat volledig volgens<br />

de logica en economie van een episch-historisch gebeuren is opgebouwd. De berijmde<br />

gedeelten in A zijn als de bewerkte delen van een bas-reliëf: ze zijn gevormd uit en<br />

worden gedragen door een grondlaag die in M.v.N. principieel episch van aard blijkt<br />

te zijn 43 .<br />

Zo begint M.v.N. al direct met een inhoudelijk nochtans niet noodzakelijke situering<br />

van het gebeuren in een historisch tijdsverband: ‘Inden tijde dat hertoghe Arent van<br />

Ghelre te Grave ghevanghen wert gheset...’. Aan een dergelijke externe verwijzing<br />

heeft het actuele hier en nu van een dramatisch gebeuren op zichzelf geen behoefte.<br />

In M.v.N. is dit historische kader echter primair:<br />

41 Over strofische vormen in M.v.N.: A. Nijhof, ‘De strofische vormen in de <strong>Mariken</strong> van<br />

Nieumeghen’ in Levende Talen 1965, pp. 368-370 en R.L.J. Bromberg, ‘N.a.v. het “sonnet”<br />

in de <strong>Mariken</strong> van Nieumeghen’ in Levende Talen 1969, pp. 657-659; ook nog: ‘De plaats<br />

van Moeyes dood...’, p. 41. Over de taal ook: Muller, ‘Een en ander...’, pp. 235-6 en Van<br />

Mierlo, ‘Over vorm en dichter van <strong>Mariken</strong> van Nieumeghen’ in VMA 1949, p. 73 e.v.<br />

42 Bijv. in Van heer Frederick van Jenuen (vgl. ed. W.L. Braekman, Sint-Niklaas 1980, p. 8),<br />

Die Historie van Peeter van Provencen (vgl. Pierre Vinck in Jaarboek De Fonteine 1976-7,<br />

deel I, p. 29), De historie van Jan van Beverley, Buevijn van Austoen en de Destructie van<br />

Troyen. Over beide laatste: W.M.H. Hummelen, Versdialogen in prozaromans, intreerede<br />

Nijmegen, 21 okt. 1971. Vgl. nog A. de Maeyer, ‘Volksboeken en dramatische poëzie’ in<br />

Wetenschapp. Tijdingen 15 (1955), kol. 6-10.<br />

43 Vgl. de beschrijving van J. Koopmans (ed. 1917): ‘De verteller houdt, bij wijze van spreken,<br />

de draad vast. Nu en dan laat hij “halen”; de voorhang gaat open en evenveel malen wordt<br />

een stukje van de “wonderlicke historie” in beeld vertoond door de spelers. Dan sluit hij het<br />

“toneel” en neemt zijn verhaal weer op’ (vgl. D.C. Tinbergen in NTg. 12 (1918), p. 220 en<br />

Wolthuis, Duivelskunsten, p. 69).<br />

<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!