Mariken
Mariken
Mariken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
29<br />
dan ook beter met de zware boetedoeningen van Jan van Beverly of Robrecht de<br />
Duyvel te vergelijken die als wildeman of nar eveneens een uiterlijk als mens gefnuikt<br />
en in hun lichaam verminkt bestaan gingen leiden. Zoals in M.v.N. is trouwens ook<br />
Jan van Beverley's lot met een biechtcomplicatie verbonden: de zonden van de<br />
heremiet waren zo groot dat zelfs de paus ‘gheenen raet’ kon vinden welke penitentie<br />
hij hem zou ‘setten’ 35 . Secundair zijn de biechtcomplicatie en het wonder der ringen<br />
echter niet in die zin dat ze zonder meer gemist zouden kunnen worden. Integendeel.<br />
De biechtcomplicatie, uitlopend op een wonder, is een voor de aard en structuur van<br />
het verhaal noodzakelijk gegeven. Dat <strong>Mariken</strong> met de duivel heeft geleefd en dus<br />
zwaar heeft gezondigd, krijgt pas betekenis in het licht van de latere biechtcomplicatie:<br />
zonder dit klemmende probleem reduceert men de Historie tot de onevenwichtige<br />
geschiedenis van een meisje dat zeven jaar met de duivel heeft geleefd en... daar<br />
berouw over krijgt. Als verhaal heeft deze geschiedenis een eigen aparte spanning<br />
en complicatie in de afwikkeling nodig. Zoals Beatrijs Beatrijs niet is zonder het<br />
‘probleem’ van de terugkeer naar het klooster na haar berouw, of zoals Theophilus<br />
Theophilus niet is zonder het probleem van het duivelspakt na zijn bekering, zo is<br />
<strong>Mariken</strong> <strong>Mariken</strong> niet zonder de biechtcomplicatie na haar bevrijding van Moenen.<br />
Zoals in Beatrijs en Theophilus het directe ingrijpen van Maria de berouwvolle<br />
zondaar uit de impasse haalt, zo wordt ook in M.v.N. het biecht- en penitentieprobleem<br />
opgelost door het miraculeuze ingrijpen van een engel die haar van de ringen verlost 36 .<br />
Zonder deze elementen veralgemeent en vervaagt de bijzondere legende van <strong>Mariken</strong><br />
van Nieumeghen tot niets meer en niets anders dan een soort Verloren-Zoon<br />
35 Dit es die historie ende leven vanden heilyghen heremijt Sint Jan van Beverley, ed. G.J.<br />
Boekenoogen, Leiden 1903, p. 23 en Robrecht de duyvel, uitg. door Rob Resoort, Muiderberg<br />
1980, pp. 86-91. Voor andere biechtcomplicaties zie men nrs. CXXXII en CLXXXIII in De<br />
Vooys' Middelnedl. Marialegenden, dl. 1, p. 280 en 419 en Middelnedl. stichtelijke exempelen,<br />
pp. 25 en 76-77.<br />
36 Vgl. nog L.C. Michels, ‘Het spel van den sacramente vander Nyeuwer vaert’ in Ts. voor<br />
Taal en Letteren 19(1931), pp. 94-97 en vooral G. Stuiveling, ‘De zonden van Theophilus’<br />
in NTg. 56 (1963), pp. 1-9. De ‘biecht’ M.v.N. dus wel een heel andere functie (vóór het<br />
wonder) dan in de Beatrijs (na het wonder).<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen