Mariken
Mariken
Mariken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
27<br />
Emmekens berouw, maar met het oog op dit berouw. Uit de eerste woorden na haar<br />
val blijkt dit duidelijk:<br />
Ay mi, wats mijns<br />
Waer heb ick gheweest of waer ben ic nu<br />
O Heere, sta ic ooc noch in die gracie van u<br />
Dat ic ter ghenaden soude moghen comen<br />
Ja ick, want haddi mi hier niet ghenomen<br />
In uwer bewaernesse alles machtich,<br />
Ick ware in deewighe pine onsachtich<br />
Met siele, met live eewich versteken<br />
Uut tsheeren rijcke (v. 932-940).<br />
Te veel heeft men Emmekens berouw en bekering van haar biecht en penitentie<br />
gescheiden en op grond daarvan de eenheid en eenvoud van het verhaal geweld<br />
aangedaan 33 . Zo zou het gedeelte dat volgt op Emmekens redding uit de klauwen van<br />
de duivel later toegevoegd zijn. Het oorspronkelijke verhaal met als ideaal slot de<br />
woorden van Oom Ghijsbrecht in v. 1016-20 (... niet voer een heerlijc berou ter lester<br />
huere) zou te zeer de nadruk op de genoegzaamheid van het berouw hebben gelegd<br />
en daarom uitgebreid en theologisch gecorrigeerd zijn met de reis naar Keulen, de<br />
bedevaart naar Rome, de biecht bij de paus en het ringmirakel, een relaas waarin,<br />
tegenover het oorspronkelijke berouw, nu biecht en penitentie centraal staan. Wie<br />
de woorden van de Oom in v. 1016-20 als een ideaal slot beschouwt, vergeet dat<br />
deze verzen slechts de bevestiging zijn van de berouwvolle woorden van Emmeken<br />
in v. 1012-16:<br />
Ick ben willich te liden tien dusent mael<br />
Meer dan pennen souden connen ghescriven,<br />
Mach Gods ontfermen aen mi becliven.<br />
Mi en ruect wat ic doe, mach ic eens troost<br />
Verwerven ende gracie.<br />
33 Zie Wolthuis, Duivelskunsten, p. 159; P. Brachin, ‘En marge de <strong>Mariken</strong> van Nieumeghen’<br />
in Etudes Germaniques 17 (1962), p. 316, noot 1; R.L.J. Bromberg, ‘De plaats van Moeyes<br />
dood in de <strong>Mariken</strong> van Nieumeghen’ in NTg. 71 (1978), p. 42 en 47, maar vooral F.W.<br />
Willemsen, ‘<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen’ in Spektator 2 (1972-3), pp. 349-359.<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen