Mariken
Mariken
Mariken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
25<br />
versaken Ja om alle dat guet vander wider werlt...’ 29 . Er is hier overeenkomst en<br />
verschil. Overeenkomst in de reactie op de vraag van de duivel: aan Maria tornt men<br />
niet; verschil in de aard van het verzoek: tegenover een radicaal en expliciet afzweren<br />
van God, geloof en Maria is het verzoek van Moenen veeleer mild en gematigd:<br />
<strong>Mariken</strong> hoeft slechts haar naam te veranderen. Dit leidt uiteindelijk dan ook tot het<br />
Emmeken-compromis. Moenen is daarmee van de voor hem vervelende naam Maria<br />
af en <strong>Mariken</strong> behoudt de eerste letter van haar naam. ‘Emmeken’ komt dus toch<br />
niet geheel los van Maria. Heeft dit met haar latere redding te maken Anders dan<br />
Beatrijs laat Emmeken tijdens haar zondig leven ook haar Maria-devotie varen (vgl.<br />
v. 606-608). De smalle band waarmee zij symbolisch met Maria verbonden blijft,<br />
kan dus niet effectief uit Emmekens eigen blijvende trouw worden verklaard. De<br />
band die in Emmeken met Maria blijft, moet veeleer forensisch van buiten af en<br />
buiten Emmeken om, vanuit Maria zelf worden verstaan: Maria laat ook haar ontrouwe<br />
dienares niet los, zij blijft ook over Emmeken waken. Dit is dan ook het raak- en<br />
aanknopingspunt voor Oom Ghijsbrechts gebed. Zijn dagelijks gebed tot Maria maakt<br />
het Moenen onmogelijk ‘Emmeken’ de nek te breken. In verschillende legenden<br />
wordt een gelijkaardig effect beschreven, maar daar gaat het dan wel altijd om de<br />
bescherming van de Mariavereerder zelf: zoals in M.v.N. heeft de duivel er zich<br />
gewoonlijk als knecht of als echtgenote zeer nauw aan zijn verhoopte slachtoffer<br />
weten te binden. Ondanks zijn zondige leven blijft 's duivels meester of man Maria<br />
dagelijks met een gebed vereren. Bij zijn ontmaskering moet de duivel bekennen dat<br />
juist dit gebed hem verhinderde de zondige Maria-vereerder te doden of ‘den hals’<br />
te breken. Eén enkel verzuim en de duivel had toegeslagen 30 .<br />
29 Vgl. nr. CXCV in De Vooys' Middelnedl. Marialegenden, dl. 1, p. 434, r. 11-17. Vgl. nog<br />
nrs. IV, CXCV, CCXXXII en CCCXXIV: Middelnedl. Marialegenden, dl. 1, p. 27, 433; dl.<br />
2, p. 39 en 133. In III (Middelnedl. Marialegenden, dl. 1, p. 25) verzaakt een verarmde ‘clerc’<br />
Maria, maar niet zonder aarzeling. Zo ook in bepaalde lezingen van Theophilus: vgl.<br />
Theophilus, Mittelniederdeutsches Drama in drei Fassungen, her. von Robert Petsch,<br />
Heidelberg 1908, p. 18, v. 207-226; p. 52, v. 393-409; p. 98, v. 687-708. Vgl. nog Wolthuis,<br />
Duivelskunsten, pp. 165-166.<br />
30 Nr. VIII in Middelnedl. Marialegenden, dl. 1, p. 32, r. 13-15. Vgl. nog nrs. VII en CL (dl.<br />
1, p. 31 en 315). Over de kracht van het Ave Maria nog: nrs. V, XXXV, CLXXIX, CLXXXV,<br />
CCXIII, CCXXXIV, CCCXXII in dl. 1, p. 29, 79, 393, 421; dl. 2, p. 24, 196 en 148. Vgl.<br />
nog De Vooys' Middelnederlandse stichtelijke exempelen, Zwolle 1953, p. 42 en Wolthuis,<br />
Duivelskunsten, p. 166, noot 3.<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen