13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

landbouw (veel tuinbouw, veel aardappelen in de akkerbouw, bollenteelt e.d.).Door de h~iidige praktijk door middel van het beleid te be'invloeden, kan hetmilieutechnisch en teelttechnisch optimum naderbij worden gebracht. Dooronderzoek en kennisoverdracht daarop te richten en de kosten voor inputs teverhogen, kunnen de kosten worden bei'nvloed, waardoor de inzet van deplantenvoedingsstoffen en de bestrijdingsmiddelen kan worden verkleind.~oorts kan, door met name het stellen van eisen aan de gebruikers, de drempeltot overinzet verder worden verhoogd (certificaathouders voor bestrijding).Daarmee kan veel verbetering worden gerealiseerd zonder hoge kosten. Indiende kosten toch hoog zijn (type 4), weegt de eficientie-eigenschap van financieleen privaatrechtelijke instrumenten zwaar. Bij lage kosten en een groot aantalbronnen (type 3) wegen de lage handhavingskosten van sociale regulering ende efficientie van financiele en privaatrechtelijke instrumenten even zwaar.Ook directe regulering is dan mogelijk, maar de uitvoeringskosten daarvankunnen hoog zijn.In gevallen waarin het aantal bronnen groot is, de emissies niet meetbaar ofbenaderbaar zijn en bovendien de kosten van gedragsverandering hoog zijn(type'I),lijken alle instrumenten op problemen te stuiten.In de toelichting bij tabel 4.5 worden zowel generieke als specifieke instrumentengenoemd. Zo zal het algemene beleid inzake energieheffingen ookrepercussies hebben voor de beschermde teelt. In veel gevallen zijn meer specifiekemaatregelen gewenst. In de toelichting op de tabel is dit bij wijze van voorbeeldaangegeven. Een gedetailleerde uitwerking zou in dit verband te vervoeren. De toepassing van de typologie leidt in veel gevallen tot de aanbevelingvan het primaire type instrument, doch dit impliceert niet dat daarmee alleskan worden geregeld.In het merendeel van de gevallen is een combinatie van instrumenten vereist.Zo vergt de vermindering van bestrijdingsmiddelen (fruitteelt, beschermdeteelt, akkerbouw) niet alleen een heffing om de kosten beter zichtbaar temaken en het milieubewustzijn te stimuleren doch ook voorlichting, onderzoeknaar gei'ntegreerde bestrijdingssystemen, scholing, en (verscherpte) toelatingen toetsing van oude middelen. Voorts kan in zo'n geval certificering wordenbevorderd. In de gewasbeschermingsnota worden a1 deze instrumenten besproken.De synergetische werking die kan worden uitgelokt door de werking vanhet primaire instrument te bevorderen door middel van andere instrumentenkan leiden tot realisatie van de milieudoeleinden. Indien het primaire instrumentachterwege wordt gelaten en andere, minder doelmatige instrumentenworden ingezet, is de effectiviteit van het beleid minder groot.Een nog verdere detaillering ter illustratie van de typologie kan wordengegeven voor de vermestingsproblemen, die worden veroorzaakt door de subdoelgroepenrundveehouderij en intensieve veehouderij, en de bestrijdingsmiddelendie in vele bedrijfstakken worden gebruikt.VerrnestingHet mestprobleem kenmerkt zich met name in de rundveehouderij door eengeringe meetbaarheid van de individuele emissies. Het handhaven van deMeststoffenwet levert dan ook veel problemen op 23. Directe regulering vanemissies is om deze reden in beginsel minder geschikt als gedragsbei'nvloedendinstrument. Emissies van organische mest zijn tot op zekere hoogte benaderbaarvia het aantal dieren of het veevoeder. Kunstmestgebruik is benaderbaarvia de producenten."1 F.C.M.A. Michiels. N.M. Spelt en R.J.G.M. Widdershoven. 'Kan de Meststoffenwet worden gehandhaafd?': Milieu en Recht, mei1991. blz. 258-270.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!