13.07.2015 Views

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

Milieubeleid - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van het fiscale instrument 44. Bestemmings- of financieringsheffingen hebbenten doe1 als min of meer gei'ndividualiseerde tegenprestatie te voorzien in debekostigingsbehoefte van (een) bepaalde (groep van) milieuprojecten. De relatiemet die tegenprestatie vereist dat hun opbrengst op die specifieke bekostigingsbehoefteis afgestemd; de gewenste opbrengst bepaalt het tarief. Regulerendeheffingen, daarentegen, zijn primair gericht op het terugdringen vanongewenst maatschappelijk gedrag, ongeacht de bekostigingsbehoefte die eendergelijk gedrag kan meebrengen. Zij dienen dan ook duidelijk te wordenonderscheiden van bestemmingsheffingen, juist omdat hun regulerend oogmerkvereist dat zij niet worden aangestuurd vanuit een middelenbehoefte 45.Het primaat van de reguleringsdoelstelling wordt het best gewaarborgd doorde opbrengsten niet te gebruiken voor een specifiek doe1 of voor voeding van dealgemene middelen, om te voorkomen dat de bekostigingsbehoefte van de overheideen uit reguleringsoogpunt optimale tariefstelling in de weg zou kunnenstaan. Dat pleit voor het terugsluizen van de opbrengst naar gezinnen edofbedrijven 46. Milieubelastingen combineren het oogmerk van bekostiging(d.m.v. een niet-gecompenseerd inkomenseffect) en van regulering (via hetsubstitutie-effect) door ecologische ovenvegingen te introduceren in de normalestructuur van de belastingheffing waarbij de grondslag, in tegenstellingtot de traditionele belastingen op inkomen, vermogen of bestedingen, gevondenwordt in milieuwaarden 47. Omdat het primaire oogrnerk hier evenwel inde bekostiging is gelegen, wordt het tarief ook daardoor bepaald, en blijft hetreguleringsaspect hier, anders dan bij de regulerende heffing, beperkt tot eenop zichzelf gewenste nevenwerking 48.Bestemmingsheffingen worden primair gezien als een verbijzondering van dealgemene middelen naar doelgroepen, met het oogmerk de bekostiging vanbepaalde bestrijdings- of overige milieumaatregelen van de overheid om teslaan over een min of meer identificeerbare groep van betrokkenen. In dietraditie zien we een glijdende schaal van specificiteit in de bekostigingvan milieumaatregelen, van de algemene middelen (iedereen betaalt) via de"1 In werkelijkheid zullen naast dat primaire oogmerk ook al dan niet bedoelde neveneffecten kunnen optreden, een verschijnsel datsteeds weer opdoemt bij de klassificatie van instrumenten in dit rapport. Ook hier wordt evenwel een analytische benaderinggevolgd, in navolging van de brief van de Minister van VROM aan de Tweede Kamer d.d. 22 juli 199 1. Tweede Kamer 19901199 1.21 137, nr. 95, blz. 6."1 Ook hier geldt het fundamentele economisch-politieke inzicht van Tinbergen dateen instrument nooit zodanig kan worden ingezetdat het twee doelstellingen tegelijk ten volle dient. ledere doelstelling vereist dan ook zijn eigen instrument. Ziej. Tinbergen,On the Theory ofEconomic Policy; Amsterdam, North Holland. 1956. Dit neemt niet weg dat instrumenten als regel ook nevenwer-kingen hebben, die al of niet gewenst kunnen zijn, maar niet onafhankelijk van de hoofdwerking geoptimeerd kunnen worden.Evenals in de pharmacie dienen hoofd- en bijwerking dan ook goed te worden onderscheiden.46] Zie hierover ook Sociaal-Economische Raad, Advies economie en milieu; nr. 9 11 18, 's-Gravenhage. 199 1, blz. 46.47] Zie bijvoorbeeld de voorstellen van E.U. von Weizsacker, de directeurvan het Europese lnstituut voor Milieupolitiek, in zijn 'MitSteuern steuern'; Wirtschaftswoche, 10 februari 1989, blz. 7476. waarbij hij als grondslagen denkt aan energie, landgebruik. afval,''1watergebruik of afvalwater en wellichtook luchtverontreiniging. geluid en chloor. Binnen de Europese Commissie wordt gedachtaan een algemene Europese energieheffing. waarvan de opbrengst aan de lidstaten zou blijven. Zie verder). Schuurman. 'Ecologi-sche belastingheffing'; in: Opstellen oongeboden oon pro( mr.j.EM. Giele; Deventer, Kluwer, 1990.Over de inhoud van het begrip 'milieubelasting' of 'ecotax' bestaat in de literatuur nog veel verwarring en weinig eenheid vanvisie. De hier gekozen operationalisatie zoekt aansluiting bij de traditionele leer van de belastingbeginselen en ziet het primairekenmerk van de milieubelasting in de ecologisering van de belastinggrondslag door middel van een wijziging van de structuur vande belastingheffing onder gelijktijdige subsitutie van andere belastingen. In deze geest ook j. Schuurman, opxit.; Het verslog vonde Groentax-conferentie; gehouden te Utrecht op 8 juni 1991. Groen Links in de EG. Amsterdam. 1991. blz. 14. In deze optiekwordt het tarief bepaald door de gewenste opbrengst en niet, zoals bij regulerende heffingen, ingeschat ter hoogte van de grens-kosten van de aantasting van het milieu. Dit neemt niet weg dat die gewenste opbrengst bij toeval in de buurt kan komen van deoptimale heffing, zoals bezien vanuit een oogpunt van regulering. In dat geval vervaagt het verschil tussen een milieubelasting eneen reguliere heffing.Zie over de rol van de bovenbedoelde grenskostenregel in een optimale tariefstelling D.J. Wolfson, Publieke sector en economischeorde; Groningen. Wolters-Noordhoff, 1988. hoofdstuk 3.MILIEUBELEID

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!