Digitale uitgave van:
Digitale uitgave van:
Digitale uitgave van:
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
IX, al weer aan de gang alsof er niets gebeurd was. In staatszaken was het<br />
immers niet „expédient” zich over wat ook geraakt te tonen! We behoeven ons<br />
dus niet eens chronologisch ver <strong>van</strong> Oktober 1573 te verwijderen om een<br />
levenshouding bij hem aan te treffen, die oppervlakkig gezien werkelijk de indruk<br />
maakt <strong>van</strong> louter utilitair te wezen, zo goed als geheel buiten zijn persoon om te<br />
gaan.<br />
Toch werd door aanvaarding <strong>van</strong> deze opvatting het beeld <strong>van</strong> de Prins m. i.<br />
niet weinig vertekend.<br />
Streng wetenschappelijk redenerend mogen wij hem ons naar mijn mening in<br />
deze tijd <strong>van</strong> zijn leven niet anders voorstellen dan als een gelovig Christen.<br />
Bekend is zijn uiting, in zijn brief d.d. 9 Aug. 1573 aan Sonoy en zijn andere<br />
vertegenwoordigers in het Noorderkwartier: „Gij schrijft ons, dat men u soude<br />
laten weten, of wij oock met eenigen groten, machtigen Potentaet in vasten<br />
verbonde staen. Waerop wij niet laten en willen ulieden voor antwoorde te<br />
geven, dat aleer wij oit dese sake en de beschermenisse der Christenen en<br />
andere verdrukten in desen lande aenge<strong>van</strong>gen hebben, wij metten<br />
alderoppersten Potentaet der Potentaten alsulken vasten verbont hebben<br />
gemaekt, dat wij geheel verzekert sijn, dat wij en alle degene vastelijk daerop<br />
betrouwen, door sijne geweldige en machtige hand ten lesten noch ontset te<br />
sullen worden”. Tijdens het beleg <strong>van</strong> Leiden verklaart hij tegenover zijn broer<br />
Jan, dat zijn<br />
[Illustratie → http://www.periodata.nl/dataweb/Alva'sPardon.jpg ]<br />
Alva's Pardon<br />
[169]<br />
Hollanders en hij „sommes icy resoluz de ne quicter la deffense de la Parolle de<br />
Dieu et de nostre liberté, jusques au dernier homme”. Als hij in 1574 in de slag<br />
bij Mook twee broers op eenmaal heeft verloren ontlokt hem dit de verklaring:<br />
„Je vous veulx bien confesser ouvertement que j'ai la teste tellement estourdie .<br />
. . de regret et de mélancolie ... que je ne scay à grand peine ce que je fais ... Si<br />
est ce que toujours il nous fault conformer á la volonté de Dieu et avoir esgard à<br />
sa divine providence, que celuy qui a respandu le sang de son Fils unicque, pour<br />
maintenir son Eglise, ne fera rien que ce qui redondera à l'a<strong>van</strong>cement de sa<br />
gloire et maintènement de son Eglise”. Moeten wij dit alles metterdaad nu<br />
slechts voor door politiek ingegeven uitingen houden? Maar dan maken wij<br />
Oranje toch tot een driemaal overgehaalde huichelaar! En hebben wij daartoe het<br />
recht? Past dit bij zijn laatste woorden: „Mon Dieu, ayes pitié de mon ame et de<br />
ce pauvre peuple”, waar<strong>van</strong> toch wel niemand het „politiek” karakter zal durven<br />
staande houden, terwijl aan hun historiciteit, als blijken zal, ook niet te twijfelen<br />
valt? Past dit bij 's Prinsen doorgaanse levensopenbaring en bij de waardering,<br />
die hem, ook bij een kritische beschouwing, als regel toch te beurt gevallen is?<br />
En wat zich m. i. dan evenmin loochenen laat? Dat deze vroomheid in haar<br />
geheel genomen duidelijk het stempel <strong>van</strong> het Gereformeerde Protestantisme,<br />
wil iemand het nog nader bepaald : <strong>van</strong> het Calvinisme heeft gedragen.<br />
Dat de Prins steeds zoveel mogelijk alles uit de weg placht te ruimen wat het<br />
de Rooms Katholieken in de Nederlanden moeilijk zou kunnen maken aan zijn<br />
strijd voor de vrijheid <strong>van</strong> het land deel te nemen, hield<br />
[170]