09.01.2014 Views

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

KUN 13<br />

HOOFDSTUK 7<br />

Voorbij het Standaard Model:<br />

Supersymmetrie<br />

In dit hoofdstuk kaarten we de problemen van het Standaard Model aan. Deze problemen zijn alle<br />

van theoretische aard, want het Standaard Model beschrijft de huidige experimentele resultaten naar<br />

grote tevredenheid. Supersymmetrie zal worden besproken als een mogelijke oplossing van een aantal<br />

theoretische problemen van het Standaard Model. Supersymmetrie transformeert fermionen in<br />

bosonen en vice versa. De experimentele implicaties van supersymmetrie zullen worden besproken.<br />

7.1 Renormaliseerbaarheid<br />

Zoals we al gezien hebben in hoofdstuk 4 hebben we het volgende type Feynman diagram dat<br />

bijdraagt aan de zelfenergie van een scalair deeltje, bijvoorbeeld het Higgs deeltje:<br />

We hebben ook gezien dat we dergelijke hogere orde diagrammen in bepaalde gevallen kunnen<br />

absorberen in een herdefinitie van de koppelingsconstante en in dit geval kan het in een herdefinitie<br />

van de massa van het (Higgs) deeltje. Als we dit soort diagrammen expliciet proberen uit te rekenen<br />

krijgen we een probleem. Als we de koppeling van de scalar aan het fermion-paar λ nemen, dan correspondeert<br />

dit diagram met een term:<br />

λ 2 d 4 q ⎛<br />

1<br />

1 ⎞<br />

–---- -------------Tr<br />

4 ∫<br />

( 2π) 4 ⎜( 1 + γ 5<br />

)------------------------- ( γ µ ( 1 – γ 5<br />

)-------------------------<br />

q µ<br />

– m)<br />

( γ µ ⎟ = (–<br />

2λ 2 )<br />

⎝<br />

q µ<br />

– m)<br />

⎠<br />

d 4 q 1<br />

------------- . (7.1)<br />

( 2π) 4 ----------------------<br />

( q 2 – m 2 )<br />

Met q de vierimpuls in de fermionlus in het rustsysteem van de scalar (in dat geval zijn de vierimpuls<br />

voor het fermion en anti-fermion in de lus van dezelfde absolute grootte met verschillend teken.)<br />

Deze integraal divergeert kwadratisch voor grote waarden van . Zoals we zagen vegen we dit<br />

onder het tapijt door dit soort oneindigheden in koppelingsconstanten en massa’s te absorberen.<br />

Het blijkt dat in het algemeen een theorie alleen maar renormaliseerbaar is te houden, dat wil zeggen<br />

dat we alle oneindigheden in een eindig aan tal koppelingsconstanten en massa’s kunnen absorberen,<br />

als de energiedimensie van alle factoren van velden ten hoogste vier is. De energiedimensie van een<br />

scalar- of vectorveld, φ , is 1, die van een fermionveld, ψ , 3/2. Dus zijn de termen die toegestaan<br />

zijn:<br />

φ,<br />

φ 2 , φ 3 , φ 4 , ψ,<br />

ψ 2 , φψ 2 . (7.2)<br />

Termen die lineair zijn in één veld alleen geven geen bijdragen aan de theorie (ze geven alleen maar<br />

Feynman diagrammen die geen ingaande of uitgaande deeltjes hebben en zijn dus niet fysisch.) De<br />

andere vormen zien we allemaal terug in de Standaard Model Langrangiaan, behalve de vorm die<br />

in dat geval niet kan, omdat het Higgs veld een complex scalar doublet is en we dus steeds producten<br />

q 2<br />

∫<br />

φ 3<br />

Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica 105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!