Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
waar, bijvoorbeeld, de symmetriegroep U(1)xSU(2) aanleiding geeft tot een niet Abelse ijkgroep (in<br />
het engels: non-Abelian gauge group) en de koppeling tussen de ijkbosonen de niet-Abelse koppelingen<br />
heten. Omdat de koppelingsconstante van de interacties voldoende klein is heeft de zelfkoppeling<br />
van de ijkbosonen maar een beperkte invloed op de verschillende interacties. Figuur 3.2 toont<br />
de werkzame doorsnede voor elektron-positron annihilatie voor invariante massa’s vlak bij 2M W<br />
.<br />
σ(e + e − →W + W − (γ)) [pb]<br />
20<br />
10<br />
LEP<br />
FIGUUR 3.2. De werkzame doorsnede voor W paar produktie in elektron-positron annihilatie.<br />
Behalve de voorspelling van het Standaard Model, met zowel een foton als een Z propagator, is ook<br />
de voorspelling met alleen de foton propagator getekend. Deze voorspelling beschrijft de metingen<br />
duidelijk niet, terwijl als ook de Z propagator (en dus de ZWW koppeling) wordt meegenomen in de<br />
berekeningen de voorspelling heel goed overeenkomt met de metingen.<br />
3.7 De ontdekking van het tau-lepton<br />
0<br />
Preliminary<br />
(Data<br />
Standard Model<br />
no ZWW vertex<br />
&<br />
ν' e<br />
exchange<br />
160 170 180 190 200<br />
√s ⎯<br />
[GeV]<br />
In 1975 werden bij de SPEAR elektron-positron botser gevallen gevonden waarbij één elektron (of<br />
positron) en één positief (of negatief) muon in de eindtoestand zichtbaar waren en verder een<br />
hoeveelheid energie onzichtbaar verdween. Al vrij snel was de hypothese dat deze gevallen worden<br />
veroorzaakt door een nieuw deeltje dat in een paar wordt geproduceerd en ofwel in een elektron<br />
(positron) ofwel in een muon kan vervallen, waarbij in het verval minstens ook nog een onzictbaar<br />
deeltje wordt geproduceerd. Hier is natuurlijk een analogie met het muon verval in het elektron. Het<br />
blijkt ook dat het energiespectrum van het vervals elektron of muon voor dit nieuwe deeltje dezelfde<br />
vorm heeft als dat van het elektron in het muon verval. De conclusie was uiteindelijk dat het een<br />
nieuw deeltje betrof dat hetzelfde is als het elektron of het muon, alleen in massa nog zwaarder,<br />
namelijk 1777 MeV. Dit deeltje wordt het tau-lepton genoemd. Er is ook een tau-neutrino in volledige<br />
analogie met het elektron en muon. Het tau-lepton en het tau-neutrino vormen de derde leptonfamilie.<br />
Uit Figuur 3.1 zien we dat als we precies drie lichte neutrino soorten aannemen, de theorie<br />
de metingen zeer goed beschrijft en dat een extra licht neutrino zeer onwaarschijnlijk is. Het is dan<br />
ook onwaarschijnlijk dat er nog meer lepton families zijn, dus het tau-lepton besluit het verhaal van<br />
de leptonen.<br />
Een klein haartje in de soep was tot voor kort dat het tau-neutrino wel geproduceerd was, namelijk in<br />
tau lepton vervallen, maar nooit als inkomend deeltje is waargenomen, iets dat met de andere neutrino’s<br />
wel het geval is. Er zijn bundels van elektron-neutrino’s en met name ook van muon-neu-<br />
Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica 47