Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
heden om sterke interacties met die kernen aan te gaan. Het gedeelte van de toestand heeft<br />
andere sterke interacties met de kernen (alleen elastische verstrooiing en ladingsuitwisselingsreacties)<br />
dan het K 0 deel dat hyperonen kan maken door het vreemde quark (s) uit te wisselen met een<br />
proton of neutron. Het gevolg daarvan is dat het K 0 deel wordt geabsorbeerd in het materiaal, zodat<br />
de bundel weer verandert in de sterke eigentoestand K 0 . Eenmaal uit het blok materiaal gekomen<br />
veranderen de toestanden weer naar de zwakke eigentoestanden K 1<br />
en K 2<br />
. Inderdaad is experimenteel<br />
gezien dat een bundel van kaonen die alleen nog maar naar 3π vervallen die dan door een blok<br />
K 2<br />
materiaal gaat, daarna weer abundant in 2π toestanden vervalt. Dit proces heet K 0 regeneratie.<br />
In 1964 vonden Christenson, Cronin, Fitch en Turlay dat zelfs na lang wachten de dan pure bundel<br />
van toch af en toe nog naar twee pionen vervalt (met een relatieve waarschijnlijkheid ten opzichte<br />
van het drie pion verval van ongeveer een promille). Dus wat er na lange tijd overblijft is niet<br />
een pure CP eigentoestand. De kaonen met een lange levensduur worden genoemd (met de “L”<br />
van Long). De kortlevende kaonen noemen we dan<br />
(met de “S” van short). En kennelijk valt de<br />
K L<br />
niet samen met de K 2<br />
. Het verval wordt helemaal door de zwakke wisselwerking bepaald en<br />
daarom zijn de toestanden K S<br />
en K L<br />
die zo duidelijk in hun levensduur verschillen de eigentoestanden<br />
van de zwakke wisselwerking. De K 1<br />
en K 2<br />
toestanden zijn de eigentoestanden van CP en<br />
dus zijn de zwakke en de CP eigentoestanden niet hetzelfde en wordt de CP symmetrie door de<br />
zwakke wisselwerking geschonden.<br />
We schrijven voor de en de volgende vergelijkingen op:<br />
K S<br />
K L<br />
| K S<br />
〉<br />
| K L<br />
〉<br />
Er is een kleine verdraaiing, ε , ten opzichte van formule (5.8) voor de K 1<br />
en K 2<br />
. Als ε = 0 , dan<br />
zijn de zwakke en CP eigentoestanden dezelfde. Merk op dat de normering niet exact meer klopt,<br />
maar dat als ε klein is dat effect is te verwaarlozen.<br />
Experimenteel kunnen we de volgende amplitude verhoudingen definieren:<br />
. (5.14)<br />
Omdat de eindtoestanden hetzelfde zijn kan er ook interferentie optreden tussen de en vervallen<br />
naar dezelfde eindtoestand. Verder kan de eindtoestand een (sterke) isospin<br />
hebben ( I = 1 is niet toegestaan). Zonder interferentie is het duidelijk dat:<br />
K S<br />
K 0<br />
1<br />
= ------ (( 1 + ε) | K 0 〉 + ( 1 – ε) | K 0<br />
〉)<br />
2<br />
. (5.13)<br />
1<br />
= ------ (( 1 + ε) | K 0 〉 – ( 1 – ε) | K 0<br />
〉)<br />
2<br />
η +<br />
Ampl( K L<br />
→ π + π – )<br />
– = -----------------------------------------------<br />
Ampl( K S → π + π – )<br />
Ampl( K<br />
η L → π 0 π 0 )<br />
00 = ----------------------------------------------<br />
Ampl( K S → π 0 π 0 )<br />
K L<br />
K S<br />
K L<br />
I = 0 of I = 2<br />
86 Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica