Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Als we de stralingslengte<br />
X 0<br />
definieren als de lengte die een deeltje aflegt in materiaal totdat alles<br />
behalve een fractie 1 ⁄ e door Bremstrahlung aan energie is verloren, dan krijgen we voor de energie<br />
na een bepaalde afstand in het materiaal:<br />
x<br />
–<br />
= ----- ⇒ E E 0<br />
e x ⁄ X 0<br />
= . (A.5)<br />
Als een bij een electron naar electron plus foton reactie steeds de helft van de energie in het uitgaande<br />
electron en de helft in het foton zou gaan zitten en als elke keer dat een foton in een electronpositron<br />
paar splits de energie gelijk over het electron en positron zou worden verdeeld zijn er na n<br />
stapjes van fotonstraling en/of fotonsplitsing N = deeltjes. De vermenigvuldiging van deeltjes<br />
stopt als de energie van de deeltje beneden de kritische energie komt (het energieverlies is dan vrijwel<br />
uitsluitend nog door ionisatie). Dat is dus bij:<br />
ln E<br />
-----<br />
⎝<br />
⎛ ⎠<br />
⎞ . (A.6)<br />
We zien dat om dit stadium te bereiken we het materiaal dikker moeten maken in verhouding met de<br />
logarithme van de energie van de inkomende deeltjes. We zien ook dat als we het aantal deeltjes in de<br />
shower tellen we een meting krijgen die evenredig is met de energie en dat de onzekerheid gaat als<br />
de statistische onzekerheid op het aantal deletjes, N ∼ E .<br />
A.1.3 Nucleaire interacties<br />
dE<br />
–------<br />
dx<br />
E c<br />
X 0<br />
E<br />
= ---- ⇒ n =<br />
Hadronische, of sterke kernkracht, interacties komen alleen voor als een hadron botst op een kern.<br />
De resultaten zijn bijna altijd inelastisch, dat wil zeggen dat een gedeelte van de energie in het<br />
opbreken van de kern gaat zitten en dat de uitgaande toestand meer hadronische deeltjes bevat dan de<br />
ingaande toestand. Als hadronen door een blok materiaal heen gaan zal er dus een “shower” van<br />
lager energetische deeltjes ontstaan totdat er zoveel deeltjes zijn met elk zo’n lage energie dat deze in<br />
het materiaal worden geabsorbeerd of geen interacties meer maken en uit het materiaal ontsnappen.De<br />
waarschijnlijkheid op een nucleaire interactie is vrij klein en er is dan ook veel materiaal<br />
nodig om een hadron op deze manier helemaal te absorberen. De kans op een botsing wordt geparametriseerd<br />
met de vrije weglengte voor nucleaire interacties: . De kans op een inelastische nucleaire<br />
interactie met de nucleaire absorptielengte:<br />
2 n<br />
. De parameters worden zo gekozen dat na<br />
deze vrije weglengte het inkomende hadron 1 ⁄ e van zijn oorspronkelijke energie over heeft. De<br />
energie die het hadron dan nog heeft na een weglengte x in het materiaal wordt gegeven door:<br />
E =<br />
λ abs<br />
. (A.7)<br />
De hoeveelheid materiaal die nodig is om de energie van deeltjes (gemiddeld !) tot onder een vast<br />
getal te reduceren loopt dus logarithmisch op met de energie van het inkomende deeltje. Ook hier is<br />
de meting van de energie evenredig met het aantal deeltje in de shower en is de onzekerheid op die<br />
meting dus evenredig met de wortel uit de energie. In het geval van nucleaire interacties is ook de<br />
energie die verbruikt wordt in kernresonanties , splijting die niet wordt gedetecteerd en in niet geobserveerde<br />
neutronen van belang. Hierdoor heeft de meting van de energie van een hadron door het<br />
aantal deeltjes in de shower te meten een veel grotere onzekerheid dan in het geval van een electromagnetische<br />
shower.<br />
2 n<br />
><br />
–<br />
E 0<br />
e x ⁄ λ abs<br />
E c<br />
λ int<br />
λ int<br />
126 Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica