Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Antwoord:<br />
6000 × 125 = 750000<br />
Volgend jaar gaan de experimenten weer draaien, maar de Tevatron versneller is verbeterd, waardoor<br />
de bundel energie omhoog gaat van 900 GeV naar 1000 GeV (1 TeV) en de te verwachten geintegreerde<br />
luminositeit die de experimenten zullen zien zal groter zijn dan 2 fb -1 (=2000 pb -1 ).<br />
Bij een bundelenergie van 1 TeV is de werkzame doorsnede voor de productie van Z bosonen ongeveer<br />
10 nb.<br />
Vraag 1f: Wat is de minimale waarde van het produkt x ⋅ x om een Z boson te maken bij 1 TeV bundelenergie<br />
?<br />
M Z 90 9<br />
Antwoord: 2000x ⋅ x > M Z ⇒ xx > ----------- ≈ ----------- = -------- = 0.045 , dus 10% minder dan in vraag 1d.<br />
2000 2000 200<br />
De waarschijnlijkheid om een quark aan te treffen met een kleine impulsfractie neemt voor kleine impulsfracties<br />
( x < 0.1 ) sterk toe.<br />
Vraag 1g: Wat is het mechanisme waardoor er zoveel quarks zijn met een kleine impulsfractie ?<br />
Antwoord: De valentiequarks zijn omgeven door een zee van virtuele gluonen die de valentiequarks<br />
bij elkaar houden. Deze virtuele gluonen splitsen in virtuele quark-anti-quark paren. De waarschijnlijkheid<br />
waarmee dit gebeurt is groter voor kleinere impuls (onzekerheidsrelatie van Heisenberg), en<br />
dus ook kleinere impulsfractie van het proton.<br />
Bij dergelijke kleine impulsfracties wordt de kans een up of down quark aan te treffen bijna net zo<br />
groot als het aantreffen van een strange quark.<br />
Vraag 1h: Waarom is dat zo ?<br />
Antwoord: De koppeling van het up, down of strange quark aan gluonen is hetzelfde. En bij lage impuls<br />
wordt de aanwezigheid van elk soort quarks helemaal gedomineerd door gluonsplitsing en spelen<br />
de valentiequarks geen rol meer. Het feit dat de strange quarks nog een iets kleinere bijdrage<br />
hebben ligt aan hun iets grotere massa t.o.v. up en down quarks.<br />
De kans om een Z boson te maken is evenredig met de kans om een quark en een anti-quark boven<br />
een bepaalde impulsfractie aan te treffen in het proton en anti-proton, respectievelijk, volgens.<br />
∫<br />
∫<br />
σ( Z) ∼ q( x)q( x)dxdx<br />
x ⋅ x > r<br />
Met q( x) en q( x)<br />
de waarschijnlijkheidsdichtheid om een quark of anti-quark aan te treffen met impulsfractie<br />
x in het proton of x in het anti-proton, respectievelijk. De waarde van r is het antwoord<br />
op vraag 1f.<br />
Vraag 1i: Leg aan de hand van deze formule uit waarom je verwacht dat de werkzame doorsnede voor<br />
Z boson productie hoger is bij een bundelenergie van 1 TeV in vergelijking met een bundelenergie<br />
van 900 GeV.<br />
Antwoord: De fractie γ neemt toe met de energie en de dichtheden q en q nemen snel af met toenemende<br />
x , dus de integraal neemt toe met toenemende zwaartepuntsenergie.<br />
Om de productie van “interessante deeltjes” groter te maken kan het dus net zo voordelig zijn de bundelenergie<br />
te verhogen, als de luminositeit te verhogen. Het verhogen van de luminositeit heeft een<br />
nadeel in vergelijking met de verhoging van de energie, namelijk de mogelijkheid (nieuwe) deeltjes<br />
te produceren met een hoge massa.<br />
Vraag 1j: Geef de maximale massa van een deeltje die geproduceerd kan worden met respectievelijk<br />
een bundelenergie van 900 GeV en 1 TeV.<br />
158 Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica