Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
APPENDIX A<br />
Detectoren in de Experimentele<br />
<strong>Hoge</strong> Energiefysica<br />
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van belangrijke detectietechnieken die worden gebruikt<br />
in de moderne <strong>Hoge</strong> Energiefysica.<br />
A.1 Interacties van deeltjes met materie<br />
Voor deeltjesdetectie zijn twee interacties relevant: electro-magnetische interacties en kernkracht<br />
interacties. Interacties tengevolge van de zwakke wisselwerking en tengevolge van gravitatie zijn in<br />
de praktijk totaal te verwaarlozen.<br />
A.1.1 Electro-magnetische interacties: dE/dx<br />
De electro-magnetische interactie zorgt in de eerste plaats voor energieverlies als een geladen deeltje<br />
door materie gaat door herhaalde electro-magnetische verstrooiing van het deeltje aan de electronen<br />
en kernen in het materiaal. In materiaal met veel protonen in de kern wordt de dominante bijdrage<br />
door electro-magnetische interacties met de kern gegeven. De formule voor het energieverlies van<br />
een deeltje in materie wordt gegeven door:<br />
dE<br />
–------<br />
Kz 2Z dx Ā - ---- 1 1<br />
β 2 2 -- 2m e<br />
c 2 β 2 γ 2 T max<br />
ln-------------------------------------<br />
– β 2 δ<br />
=<br />
– --<br />
2<br />
I 2<br />
. (A.1)<br />
In deze formule is K = 4πN A<br />
r e<br />
m e<br />
c 2 = 0.307075 MeV mol cm, een constante, Z en A zijn het<br />
atoomnummer en atoomgewicht, β is de snelheid van het deeltje in het materiaal in eenheden van<br />
lichtsnelheid, γ is de Lorentzcontractiefactor die bij deze snelheid hoort,<br />
2m e<br />
c 2 β 2 γ 2<br />
T max = ---------------------------------------------------------------- met de massa van het deeltje (als die groot is<br />
1 + ( 2γm e<br />
) ⁄ M + ( m e<br />
⁄ M) 2 ≈ 2m e<br />
c 2 β 2 γ 2 M<br />
ten opzichte van de electronmassa m e dan geldt de laatste benadering), I ≈ 10 ± 1 eV is de gemiddelde<br />
excitatieenergie (waarbij de numerieke benadering goed is voor elementen zwaarder dan<br />
zuurstof), en δ is een (kleine) correctiefactor die afhangt van de dichtheid van het materiaal.<br />
In Figuur A.1 is het energieverlies van pionen in koper afgebeeld. Voor laagenergetische deeltjes is<br />
het energieverlies heel groot door de factor 1 ⁄ β 2 . Voor hoogenergetische deeltjes neemt het energieverlies<br />
langzaam toe tot een eindige constante waarde. Dit wordt het relativistisch plateau<br />
genoemd. Ertussen in heeft het energieverlies een minimum. Deeltjes met een snelheid ( β ) die dit<br />
minimum geeft worden minimum ioniserende deeltjes genoemd (afgekort in het Engels: MIP (Minimum<br />
Ionising Particle)).<br />
Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica 123