09.01.2014 Views

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opgaven en beknopte uitwerkingen van hoofdstuk 4<br />

4.1 Bereken de relative werkzame doorsnede van de processen: π + p → π + p (elastische verstrooiing),<br />

π – p → π – p (elastische verstrooiing) en π – p → π 0 n (ladingsuitwisseling).<br />

De eerste twee processen hebben identieke begin en eindtoestanden en dus Clebsch-Gordon<br />

coëfficiënt 1. Het laatste process heeft als tussen toestanden | 3 ⁄ 2,<br />

– 1 ⁄ 2〉 en | 1 ⁄ 2,<br />

– 1 ⁄ 2〉<br />

. De<br />

projecties uit de begintoestand zijn 1 ⁄ 3 en – 2 ⁄ 3 en uit de eindtoestand 2 ⁄ 3 en 1 ⁄ 3 ,<br />

zodat de relatieve waarschijnlijkheid wordt ( 1 ⁄ 3 × 2 ⁄ 3 + (–<br />

2 ⁄ 3) × 1 ⁄ 3) 2 = 0<br />

4.2 De hyperlading is gedefinieerd als Y = B + S , waarbij B het baryongetal is en S de strangeness.<br />

Laat uitgaande van het spectroscopisch quarkmodel zien dat de lading van baryonen<br />

wordt gegeven door: Q = I 3<br />

+ Y ⁄ 2 , waarbij I 3<br />

de derde component van de sterke isospin is.<br />

Gewoon door invullen. Bijvoorbeeld voor het proton Y = 1 + 0 = 1 , Q = 1 ⁄ 2 + 1 ⁄ 2 = 1 .<br />

Voor het Λ baryon met stangeness -1 en isospin 0, Q = 0 + ( 1 – 1) ⁄ 2 = 0 .<br />

4.3 Teken het Feynmandiagram van de sterke reacties π + p → π + p en π – p → π 0 n op het niveau<br />

van quarks in het spectroscopisch quark model van hadronen. Hint: in deze Feynmandiagrammen<br />

komt geen vertex voor !<br />

π –<br />

d<br />

u<br />

d<br />

u<br />

π –<br />

d<br />

u<br />

d<br />

d<br />

π 0 Q 2 Q 2<br />

p<br />

u<br />

u<br />

d<br />

u<br />

u<br />

d<br />

p<br />

d<br />

4.4 Reken de dracht uit in meters voor de sterke kernkracht.<br />

Gebruik de Yukawa potentiaal met pionen als uitgewisselde deeltjes. De dracht is 1/massa=1/<br />

135 MeV -1 . In natuurlijke eenheden is 1 MeV -1 =2*10 -13 m, dus de dracht is (2/135)*10 -13 =<br />

1.5*10 -15 m. Dit is ongeveer de afmeting van het proton en dracht van de sterke interactie is<br />

dus typisch van de orde van de straal van het proton (of neutron).<br />

4.5 Een modern diep inelastisch botsingsexperiment is het ZEUS experiment bij de HERA versneller<br />

in Hamburg. In de HERA versneller worden protonen en electronen versneld in<br />

tegengestelde richting in een cirkelvormige tunnel van 6.7 km lengte. Het proton wordt tot een<br />

energie van 820 GeV versneld, terwijl het electron tot een energie van 30 GeV wordt versneld.<br />

Leg uit waarom de energie van de protonen veel hoger kan zijn dan van de elektronen. Wat is<br />

de totale invariante massa van het electron-proton systeem ? Wat is de maximale die kan<br />

worden bereikt ? In welke richting gaat het verstrooide electron dan ? In de detektor moeten de<br />

protonen en elektronen natuurlijk naar binnen (en naar buiten) kunnen. Daarvoor zit rond de<br />

bundelpijp in de voorwaartse en achterwaartse richting een gat in de detektor. Dit gat is<br />

zodanig dat een eerste goede meting van de elektronenergie pas op een afstand van 15 cm van<br />

de bundel kan op een afstand van 1.5 m van het interactiepunt. Reken uit wat de minimale<br />

is van interacties waarbij het elektron in de eindtoestand wordt waargenomen.<br />

u<br />

u<br />

d<br />

u<br />

d<br />

n<br />

Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica 149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!