Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Keuzecollege Hoge EnergieFysica Katholieke Universiteit ... - EHEF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De term die evenredig is aan<br />
1 ⁄ E<br />
σ( E)<br />
----------- =<br />
E<br />
a b<br />
-- ⊕ ------- ⊕ c . (A.8)<br />
E E<br />
is voor de energiën waarbij we nu werken altijd te verwaarlozen.<br />
De term b ⁄ ( E)<br />
is belangrijk voor het grootste deel van het nu relevante energie gebied. Als de<br />
energie in GeV wordt gemeten varieert de constante b van enkele procenten tot 20%. De constante<br />
c is meestal van de orde van enkele procenten en speelt een rol bij deeltjesenergieën van orde 100<br />
GeV en meer.<br />
A.4 Hadron calorimeters<br />
Hadroncalorimeters werken net zo als electro-magnetische caolrimeter, behalve dat het proces dat<br />
zorgt voor vermenigvuldiging van deeltjes vooral de sterke kernkracht is. Dit heeft wel grote praktische<br />
implicaties. De formule (A.8) blijft voor wat de structuur betreft geldig. Maar in dit geval is<br />
het minimum wat voor de parameter b kan worden bereikt ongeveer 35% in praktische toepassingen<br />
en vaak is deze parameter meer van de orde van 50% tot 100%. In dit geval speelt de constante term<br />
c ook niet meer zo’n grote rol.<br />
Om de hadronshower helemaal te kunnen bevatten is ( 7 – 9)λ int<br />
nodig. Om het geheel praktisch te<br />
houden in constructie moet voor een hadron calorimeter een zwaar absorbermateriaal worden<br />
gekozen. Dit is meestal lood, uranium, koper of ijzer. Deze materialen zijn niet geschikt voor het<br />
detecteren van de ionisatieenergie. Daarom zijn alle hadron calorimeters van het “sampling” type.<br />
A.5 Deeltjes identificatie<br />
Met spoorreconstructiedetectoren en calorimeters kunnen alle geladen deeltjes en alle neutrale<br />
deeltjes in het Standaard Model, behalve neutrino’s worden gedetecteerd. In veel gevallen is het ook<br />
nog nuttig om vast te kunnen stellen om welk soort deeltje het nu precies ging. Voor een aantal<br />
deeltjes of deeltjesklassen is dat mogelijk.<br />
A.5.1 Electronen en positronen<br />
Electronen en positronen gedragen zich voor wat betreft spoorreconstructie net als andere geladen<br />
deeltje, met de uitzondering dat vanwege hun geringe massa ze bijna altijd relativistisch zijn en dus<br />
een vrijwel constante dE/dx hebben onafhankelijk van hun impuls. Dit geeft de mogelijkheid om met<br />
name in het laagenergetische gebied electronen en positronen te onderscheiden van andere geladen<br />
deeltjes die in dat gebied een veel grotere ionisatieënergie achter laten.<br />
Belangrijker voor electronen en positronen is dat ze een shower maken in een electromagnetische<br />
calorimeter die in ongeveer 25X 0 is bevat. Hadronen hebben een veel dikker materiaal nodig om al<br />
hun energie kwijt te raken. Door nu de impulsmeting van het spoor te vergelijken met de energie in<br />
de electromagnetische calorimeter kunnen electronen en positronen (waarvoor impuls en energie<br />
gelijk zijn) worden onderscheiden van andere deeltjes waarvoor dat niet zo is.<br />
A.5.2 Fotonen<br />
Fotonen geven ook een electromagnetische shower en door te eisen dat de energie die aan de achterkant<br />
(na 25X 0 ) uit de electromagnetische calorimeter komt te verwaarlozen is is het vrijwel zeker<br />
dat de shower door een electron, positron of foton is veroorzaakt. Door verder te eisen dat er geen<br />
128 Collegedictaat <strong>Hoge</strong> Energiefysica