Toelichting - Gemeente Rucphen

te worden gesloopt en dat de afstand van de nieuwe woning tot minimaal 15 meter
bedraagt.
2.11.7 Voormalige (agrarische)bedrijfswoning
Momenteel verkeren landelijk veel mensen in onzekerheid over de status van hun
woning omdat ze eigenlijk wonen in een voormalige (agrarische) bedrijfswoning.
Anderzijds worden de omliggende bedrijven beperkt in activiteiten door bewoning
door burgers van de voormalige bedrijfswoning. Om een oplossing te bieden voor
dit probleem heeft op het moment van vaststelling van onderhavige bestemmingsplan
heeft de Tweede kamer ingestemd met het wetvoorstel tot wijziging van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische
status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van
milieubescherming alsmede om de positie van voormalige (agrarische) bedrijfswoningen
aan te passen 5 . De wet moet nog door de Eerste kamer worden aangenomen,
naar verwachting eind 2012.
Een voormalige agrarische (de zogenaamde plattelandswoning) en voormalige bedrijfswoning
worden onder voorwaarden door het college van burgemeester en
wethouders te beoordelen, losgekoppeld van het bedrijf waartoe het behoorde en
mogen dan worden bewoond door derden. De bewoners ervan kunnen dan geen
bezwaar maken tegen de overlast door (agrarische) activiteiten van het bedrijf
waartoe het behoorde (en waarvan het is losgekoppeld) en van overige bedrijven in
de omgeving.
De oplossing is dat - voor het milieutechnische beschermingsniveau - de voormalige
agrarisch en niet- agrarische bedrijfswoning) de status van bedrijfswoning houdt.
De juridische regeling bestaat erin om voor de vergunningverlening, de voormalige
bedrijfswoning ook indien deze wordt bewoond door derden, te blijven aanmerken
als bedrijfswoning. Met andere woorden: bij de (milieu)vergunningverlening aan het
bedrijf wordt voorbijgegaan aan de omstandigheid dat de 'voormalige bedrijfswoning’
wordt bewoond door mensen die geen relatie met het bedrijf hebben.
De voormalige bedrijfswoning wordt dan op grond van het planologische regime
aangemerkt als bedrijfswoning en blijft het beschermingsniveau houden van bedrijfswoning
en niet het beschermingsniveau van een burgerwoning. Dit houdt tevens
in dat bewoning door derden niet kan leiden tot beperkingen van de activiteiten
van het bedrijf waartoe het behoorde of van omliggende bedrijven.
In de regels van het voorliggende bestemmingsplan worden voormalige agrarische
en voormalige niet agrarische bedrijfswoningen wanneer ze worden bewoond door
derden die geen relatie hebben met het bedrijf, niet als Wonen (burgerwoning)
bestemd, maar blijven bestemd als Voormalige (agrarische) bedrijfswoning. Er dient
5
Kamerstukken 33 078
Hoofdstuk 2 89