20.04.2014 Views

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

207<br />

167 De Oliepot 9, IA12/00004<br />

Korte inhoud ingediende reactie:<br />

a. Dat voor Recreatiepark De Zilverden een aparte bestemmingsplanprocedure wordt<br />

gevolgd is voor reclamant geen reden om de gewenste aanpassingen nu niet mee<br />

te nemen in het bestemmingsplan. Reclamant heeft belang bij een adequate<br />

planologische regeling.<br />

Gedeelte van het perceel L2285 is bestemd voor ‘Agrarisch met waarden-Natuur’<br />

waarop alleen extensief recreatief medegebruik is toegestaan. Deze bestemming<br />

voorziet niet in het bebouwen en gebruiken voor verblijfsrecreatie. Hiertoe is<br />

eveneens geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Verzoek is om het<br />

perceelsgedeelte te bestemmen voor ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ of een<br />

wijzigingsbevoegdheid hiertoe op te nemen.<br />

b. De opgenomen bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ biedt niet de verlangende<br />

adequate planologische regeling. Op het park zijn 17 chalets aanwezig, gebouwd<br />

vóór 1998, met een grotere oppervlakte dan de toegestane maximale 75m². Voor<br />

deze als bestaand aan te duiden bouwwerken ontbreekt een planologische regeling.<br />

c. In vele gevallen wordt de toegestane maximale bouwhoogte van 4,5 meter<br />

overschreden. Verwezen wordt naar de bijlage opgenomen bij de brief van 30<br />

januari 2008 (zienswijze kampeernota).<br />

d. Veel van de aanwezige recreatieve woon-, dag- en nachtverblijven zijn voorzien<br />

van een chassis, assenstelsel en wielen en derhalve in theorie verplaatsbaar.<br />

Gezien de begripsbepalingen zou er hier dan sprake zijn van stacaravans en niet<br />

van chalet (of vakantiebungalow). Dit geeft een geringere maximale oppervlakte<br />

van 60m². Dit zou betekenen dat er voor nog meer bestaande bouwwerken een<br />

adequate planlogische regeling ontbreekt. Dit levert voor de reclamant een<br />

rechtsonzekere situatie op.<br />

e. Onduidelijk is voor reclamant of de kantine/gemeenschappelijke ruimte past onder<br />

de in artikel 20.2.1 sub a onder g genoemde planregels. Daarnaast is niet duidelijk<br />

waarom hier gesproken wordt over ‘middelzware horeca’ en waarom ‘lichte horeca’<br />

niet is toegestaan.<br />

f. Reclamant gaat er vanuit dat het oprichten van eventuele bedrijfsgebouwen ten<br />

behoeve van het Recreatiepark en een eventuele bedrijfswoning met bijbehorende<br />

bijgebouwen op het gehele tot ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ bestemde terrein<br />

kunnen worden gerealiseerd nu er geen bouwvlak is opgenomen.<br />

Inhoudelijke reactie:<br />

a. Wij herhalen ons eerdere standpunt in deze, omdat er sprake is van een aparte<br />

procedure voor het recreatiepark, zullen de afwegingen ook in deze aparte<br />

procedure plaats moeten vinden. Alvorens de bestemming aan te kunnen passen,<br />

zal tenminste een onderbouwing moeten worden aangeleverd.<br />

b. Zie onze reactie onder a. Waarbij wordt opgemerkt dat overeenkomstig artikel 44.4<br />

van het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied <strong>Rucphen</strong> 2012 is opgenomen dat<br />

alle bestaande maten en oppervlakten zullen worden gerespecteerd, mits vergund<br />

tot stand gekomen.<br />

c. Zie de reactie onder b, over artikel 44.4.<br />

d. Het al dan niet aanwezig zijn van een chassis en/of wielen betekent in deze<br />

concrete gevallen niet dat hier sprake is van een stacaravan. De objecten zijn<br />

dusdanig ge- en verbouwd dat ze door middel van een vaste constructie met de<br />

grond zijn verbonden. Dergelijke objecten worden als een chalet gezien.<br />

e. De planregels zullen worden aangepast met horeca tot maximaal categorie 2<br />

‘middelzware horeca’.<br />

f. Dit is in het kader van de deregulering correct. Wel zal altijd een welstandstoets<br />

plaats moeten vinden. Echter moet opgemerkt worden dat op dit moment reeds<br />

een bedrijfswoning aanwezig is en dat ter plaatse één bedrijfswoning is toegestaan.<br />

Het oprichten van nóg een woning ter plaatse is dan ook in strijdt met het<br />

bestemmingsplan.<br />

Conclusie:<br />

a. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

b. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

c. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

d. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

e. De zienswijze is gegrond en de planregels worden aangepast.<br />

207

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!