Toelichting - Gemeente Rucphen

163
afwijking van de EVZ zoals opgenomen in de VR plaatsvindt óf nadat een procedure
voor herbegrenzing in het kader van de Verordening is doorlopen.
n. Verzocht wordt om de voorwaarden met betrekking tot het
natuurcompensatiebeleid op te nemen in de regels van artikel 17, te weten de
omgevingsvergunning voor het kappen van bomen.
o. Provincie dringt erop aan dat de Groenblauwe Mantel wordt opgenomen en van een
passende regelgeving wordt voorzien conform de VR. Verwezen wordt naar het
antwoord op de inspraakreactie. Onder andere door het ontbreken van een
omgevingsvergunningenstelsel zijn de waarden niet geborgd.
p. Verzocht wordt om in de definitiebepalingen (1.116) het begrip ‘productiegerichte
paardenhouderij’ aan te passen en de mogelijkheden van diverse vormen van
paardenhouderijen in de opgenomen wijzigingsbevoegdheden in overeenstemming
te brengen met de VR.
q. Verzocht wordt om de bepalingen met betrekking tot kwaliteitsverbetering van het
landschap (artikel 2.2 VR) en de voorwaarde dat een paardenbak bij een
burgerwoning direct aan het bestemmingsvlak grenst op te nemen in artikel 25.3.
r. Verzocht wordt om in de planregels op te nemen dat bij beëindiging van een
(agrarisch) bedrijf het bouwvlak verkleind moet worden (artikel 2.1 VR). Betreft
artikelen 3.6.19, 4.6.19, 3.6.17, 4.6.17, 5.6.17, 5.6.15.
s. Provincie geeft de gemeente in overweging om ten aanzien van de maatvoering van
permanente teeltondersteunende voorzieningen verschillen aan te brengen binnen
de bestemmingen Agrarisch, Agrarisch met waarden - Landschap en Agrarisch met
waarden – Natuur.
t. Provincie geeft aan dat van de volgende adressen niet duidelijk is of er sprake is
van een intensieve veehouderij en verzoekt om dit nader te motiveren:
Scherpenbergsebaan 55, Postbaan 7, Bredasebaan 88, Munnikendijk 1,
Achterhoeksestraat 100, Puinbroeksestraat bij 4.
u. Provincie geeft aan dat in het kader van de toevoeging van solitaire
recreatiewoningen een motivering en/of toelichting in het plan ontbreekt. Tevens is
onduidelijk om welke woningen het gaat.
v. Verzocht wordt om in het plan permanente bewoning van recreatiewoningen uit te
sluiten. Betreft artikelen 9.3.2, 13.3.1, 18.3.1.
w. Verzocht wordt om in het plan nader in te gaan op het feit dat de Verordening
Ruimte, artikel 11.1.2, toevoeging van meerdere bedrijfswoningen niet toe staat.
x. Verzocht wordt om de voorwaarden uit artikel 11.6 en 11.8 VR toe te voegen aan
artikel 14 van de planregels. Dit heeft betrekking op de uitbreiding van horeca
activiteiten.
y. Verzocht wordt om het principe ‘bouwblok op maat’ toe te passen. Provincie geeft
aan dat diverse woonbestemmingen erg ruim gelegd zijn ten opzichte van de
bestaande bebouwing en dat zij de vrees voor planschadeclaims niet delen.
z. Provincie stelt dat aan de voorwaarden voor splitsing van karakteristieke
boerderijen toegevoegd dient te worden dat de splitsing mede moet zijn gericht op
behoud en herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
aa. Provincie verwijst naar de wijzigingsbevoegdheid onder artikel 41.2 om
bestemmingen binnen de WRO-zone-wijzigingsbevoegdheid I te wijzigen in de
bestemming Wonen. Onduidelijkheid bestaat over waar dit betrekking op heeft:
invulling aan de regeling Ruimte-voor-Ruimte óf invulling aan de mogelijkheid voor
de bouw van woningen in bebouwingsconcentraties ex. Art 11.4 VR. In beide
gevallen heeft de provincie bezwaren.
bb. Aan artikelen 3.1.1.b, 4.1.1.b en 5.1.1.b dient toegevoegd te worden dat het gaat
om grondgebonden bedrijven, om te voorkomen dat er niet-grondgebonden
bedrijven gevestigd kunnen worden.
cc. Aan de bepaling dat maximaal 8 maanden per jaar seizoensarbeiders gehuisvest
kunnen worden (artikel 3.5.3) dient toegevoegd te worden dat na deze periode de
stacaravans of tijdelijke woonunits moeten worden verwijderd.
163