20.04.2014 Views

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

168<br />

141 Algemeen (ZLTO), IA11/09632<br />

Korte inhoud ingediende reactie:<br />

a. Reclamant verzoekt om ‘Landschappelijke inpassing’ alleen als voorwaarde op te<br />

nemen bij wijzigingsbevoegdheden ten behoeve van de vergroting van een<br />

intensieve veehouderij, en bij de andere wijzigingsmogelijkheden te verwijderen.<br />

b. Verzocht wordt om in de regels op te nemen dat de ‘landschappelijke inpassing’ bij<br />

uitbreiding van een intensieve veehouderij ook buiten het bouwvlak toe te staan.<br />

c. Verzocht wordt op de voorwaarde ‘Sloop van overtollige bebouwing’ bij alle<br />

wijzigingsbevoegdheden te verwijderen, omdat dit een van de mogelijkheden is om<br />

te voldoen aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van<br />

het landschap. Voorstel is om het volgende op te nemen: ‘wijziging gepaard gaat<br />

met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of<br />

potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van<br />

extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied’.<br />

d. Verzocht wordt om de maximaal toegestane oppervlakte voor grondgebonden<br />

agrarische bedrijven te verruimen van 1,5 hectare naar 2 hectare.<br />

e. Verzocht wordt om de mogelijkheid voor mest be- en verwerking op agrarische<br />

bedrijven op te nemen in de gebruiksregels en hiertoe een wijzigingsbevoegdheid<br />

op te nemen voor een differentiatievlak van 0,5 ha ten behoeve van deze activiteit.<br />

f. Verzocht wordt om de beperking voor intensieve veehouderijen in het<br />

extensiveringsgebied niet in het plan op te nemen en zodoende de bedrijven de<br />

ruimte te laten om te voldoen aan de verplichtingen in het kader van dierenwelzijn.<br />

g. Reclamant geeft aan dat in een aantal gevallen een bouwvlak tbv een intensieve<br />

veehouderij is verkleind en verzocht wordt om naar deze begrenzingen te kijken.<br />

h. Verzocht wordt om op de agrarische bouwvlakken geen archeologische<br />

verwachtingswaarden aan te duiden. In de argumenten wordt aangehaald dat er<br />

onvoldoende afweging heeft plaatsgevonden.<br />

i. Reclamant mist in de begrippenlijst (regels) een omschrijving van een<br />

‘differentiatievlak’ en verzoekt om dit toe te voegen.<br />

j. Reclamant mist in de begrippenlijst (regels) een omschrijving van een<br />

‘bergbezinkbassin’ en verzoekt om dit toe te voegen.<br />

k. Voor artikelen 3.2.1, 4.2.1, 5.2.1, 6.2.1 en 21.2.1 wordt verzocht om de<br />

‘onbebouwde strook’ van 15 meter vanuit de as van de weg niet mee te nemen in<br />

de oppervlakte bepaling van een bouwvlak en hierover een bepaling op te nemen in<br />

de regels.<br />

l. Voor artikelen 3.2.1, 4.2.1, 5.2.1, 6.2.1 en 21.2.1 wordt verzocht om de afstand<br />

tot perceelsgrenzen van 5 meter naar 3 meter bij te stellen omdat het<br />

bestemmingsvlak hierdoor feitelijk beperkt wordt.<br />

m. Verzocht wordt om de mogelijkheid op te nemen in de regels (3.2.2, 4.2.2., 5.2.2.<br />

en 6.2.2.) voor de bouw van een voorziening voor het opwekken van duurzame<br />

energie door middel van biomassavergisting ten behoeve van een agrarisch bedrijf.<br />

n. Verzocht wordt om in artikel 3.2.2. en 4.2.2. de maximale periode voor tijdelijke<br />

teeltondersteunende voorzieningen op te rekken van 6 maanden naar 8 maanden.<br />

o. Verzocht wordt om in artikel 3.4.1, 4.4.1, 5.4.1 en 6.4.1 de mogelijkheid op te<br />

nemen om agrarische gebouwen en bouwwerken te gebruiken voor mest be- en<br />

verwerking, alsmede de mogelijkheid voor enkele bedrijven om samen te kunnen<br />

werken met betrekking.<br />

p. Verzocht wordt om de tekst in artikel 3.4.2, 4.4.2 en 5.4.2 aan te passen conform<br />

de reactie op de eerder ingediende inspraakreactie, te weten: bij productiegerichte<br />

paardenhouderijen de nevenactiviteit het geven van paardrijles toe te staan.<br />

q. Er is een inconsequentie ontdekt door reclamant: In artikel 3.5.4 wordt verwezen<br />

naar 3.3.1 sub g, dit zou echter 3.4.2 sub g moeten zijn. En artikel 5.3.1 sub g<br />

dient gewijzigd te worden in 5.4.2 sub g. En artikel 4.3.1 sub g te veranderen in lid<br />

4.4.2 sub g.<br />

r. Reclamant geeft aan dat in artikel 3.5.5 lid a staat dat het bevoegd gezag middels<br />

een omgevingsvergunning kan afwijken van het bepaalde in lid 3.3.1 voor het<br />

gebruik van bebouwing voor nevenactiviteiten. Verzocht wordt om hier artikel 3.4.2<br />

sub g aan toe te voegen, zodat afgeweken kan worden op het verboden gebruik om<br />

ruimten binnen de bedrijfswoning en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning te<br />

gebruiken voor nevenactiviteiten. Geldt ook voor artikelen 4.5.5 en 5.5.5.<br />

s. Verzocht wordt om in artikel 3.5.5. lid b sub b overeenkomstig de ‘Visie op de<br />

horeca in het buitengebied in Brabant’ van TOP Brabant het percentage voor<br />

168

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!