Toelichting - Gemeente Rucphen

203
164 Achtmaalsebaan 17, IA11/09720
Korte inhoud ingediende reactie:
a. De begripsbepaling betreffende ‘extensieve dagrecreatie’ (1.60) is niet gelijk aan en
beperkter dan de begripsbepaling die gebruikt wordt in de beleidsnotitie
‘voormalige agrarische bedrijfslocatie (VAB)’. Op blz. 77 e.v. van het beleidskader
worden meerdere vormen van de extensieve recreatie genoemd. Gelet op het
integraal verwerken van de beleidsnotitie in het bestemmingsplan dient ook deze
ruimere begripsbepaling opgenomen te worden in de begripsbepaling 1.60.
b. Verzoek is om het bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde schets.
c. Gelet op de status en functie van de locatie Achtmaalsebaan 17 (landgoed en
historische buitenplaats) is uitsluitend de bestemming ‘Wonen’ te beperkt en niet
vergelijkbaar met een willekeurige burgerwoning in het buitengebied. Het heeft de
status NSW-landgoed en gelet hierop is het verzoek om de locatie als landgoed
planologisch te erkennen.
d. Er is hier tevens sprake van een VAB hetgeen ook niet uit het bestemmingsplan
blijkt. In het bestemmingsplan is de beleidsregel VAB gekoppeld aan de beëindiging
van een agrarisch bedrijf. Verzoek is om deze mogelijkheid ook te koppelen aan de
bestemming ‘Wonen’ voor zover het voormalige agrarische bedrijven betreft.
Reclamant wil de bestaande bebouwing kunnen benutten voor de mogelijkheden
die de VAB-regeling biedt.
e. In 5.6.13 onder 1 wordt gesteld dat geparkeerd moet worden op het eigen terrein
binnen het bestaande bouwvlak. Verzoek is om de mogelijkheid te bieden dat
privaatrechtelijk buiten het bouwvlak voorzien wordt in voldoende
parkeergelegenheid.
f. Verzoek is om voor het op de locatie aanwezige landschapselement de juiste
breedte op te nemen. Nu is een breedte van 10 meter opgenomen terwijl dit in
werkelijkheid maar 4 meter is en altijd 4 meter is geweest.
Inhoudelijke reactie:
a. De definitie uit de begripsomschrijving is met name bedoeld voor het gebruik van
bijvoorbeeld de Rucphense Bossen. De omschrijving uit het beleid voor Voormalige
Agrarische Bedrijfslocaties is inderdaad ruimer, maar is feitelijk ook een ander
kader. Het is echter niet gewenst om zowel in de Rucphense Bossen, als op de VABlocaties
een intensievere vorm van recreatie toe te staan. Beide
begripsomschrijvingen worden niet aangepast en/of op elkaar afgestemd.
b. Noodzaak van de gevraagde aanpassing is uit de zienswijze niet duidelijk,
daarnaast wordt op basis van artikel 2.1 van de Verordening Ruimte het principe
van bouwblok op maat gehanteerd. De voorgestelde aanpassing van het bouwblok
is een dusdanige vergroting dat deze niet voldoet aan genoemd artikel.
c. Een landgoed op basis van de Natuurschoonwet rechtvaardigt niet de aanduiding
‘landgoed’ in een bestemmingsplan. Ook hiervoor geldt dat onvoldoende de
noodzaak van het toevoegen van de aanduiding is aangetoond. Reclamant acht het
van belang dat het landgoed planologisch wordt erkend, echter het belang komt uit
de zienswijze niet naar voren.
d. Allereerst dient opgemerkt dient te worden dat de aanduiding ‘cultuurhistorisch
waardevol’ voldoende mogelijkheden biedt voor reclamant, vergelijkbaar met het
VAB-beleid. Het beleid voor VAB is er in eerste instantie op gericht om vrijgekomen
agrarische bedrijfsgebouwen een nieuwe functie te geven. Echter, de ‘Verordening
ruimte Noord-Brabant 2011’ biedt ruimere mogelijkheden om binnen bestaande
bebouwing ook op de bestemming ‘wonen’ een VAB-functie toe te staan. Het beleid
van de gemeente Rucphen sluit aan op het provinciale beleid.
e. Dat het parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden is uit ruimtelijke
overwegingen. Indien wordt ingestemd met het voorstel van reclamant, kan in feite
op iedere plek in het buitengebied worden geparkeerd. Dit is ongewenst.
f. De begrenzing is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Wel zal deze
worden aangepast aan de bestaande situatie.
Conclusie:
a. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
b. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
c. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
d. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
e. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
203