Toelichting - Gemeente Rucphen

181
145 Vorenseindseweg 66, IA12/00023
Korte inhoud ingediende reactie:
a. Reclamant verzoekt om een vergroting van het bouwblok naar 1,5 ha.
b. De te realiseren stal heeft een compostbed als ligbed. Reclamant vraagt
toestemming om binnen het bouwvlak groencompostering voor eigen gebruik toe te
staan.
c. Reclamant verzoekt om binnen het nieuwe bestemmingsplan de mogelijkheid op te
nemen tot het plaatsen van een mest bewerkingssysteem (bewerking eigen
rundveemest).
d. De hoge archeologische waarde dient te vervallen voor een tweetal percelen omdat
deze in het verleden tijdens de ruilverkaveling met aanvaardingswerken zijn
gediepploegd, geëgaliseerd en gedraagt. Ook voor het te vergroten bouwblok dient
dit te vervallen omdat door de vorige eigenaar is ontgrond en met kuilopslagen de
grond al diep is bewerkt.
Inhoudelijke reactie:
a. Het bouwvlak is exact overgenomen uit het vigerend bestemmingsplan
buitengebied uit 1998. Er wordt op dit moment verzocht om een vormverandering
van het agrarisch bouwvlak. Tijdens de inventarisatie ten behoeve van de
herziening van het bestemmingsplan Buitengebied medio 2009 is de mogelijkheid
geboden om eventuele ontwikkelingen c.q. veranderingen kenbaar te maken aan
het college. Gelet op de voortgang van het traject, alsmede het feit dat het bij deze
herziening overwegend om een conserverend plan gaat, heeft deze mogelijkheid tot
1 mei 2010 gelopen. Vanaf dat moment heeft het college besloten geen nieuwe
verzoeken meer mee te nemen in de herziening van het plan, om de voortgang van
het plan te kunnen waarborgen. Het betreft hier een nieuw verzoek dat is ingediend
na 1 mei 2010. Op 10 mei 2010 hebben wij een verzoek van de reclamant
ontvangen voor vergroting van het bouwblok voor het plaatsen van een nieuwe
melkveestal. Bij brief van 9 augustus 2010 hebben wij reclamant geïnformeerd over
het feit dat het verzoek is ontvangen ná 1 mei 2010 en dat deze niet meer
meegenomen zou worden bij de herziening van het bestemmingsplan. Ook tijdens
het beantwoorden van de inspraakreacties hebben we bovenstaande meegedeeld.
Het volgen van een aparte procedure is wel mogelijk. Verder wordt opgemerkt dat
het meenemen van het verzoek in dit late stadium van het traject niet mogelijk is
omdat het verzoek niet concreet genoeg is uitgewerkt. Tevens is de
bouwblokvergroting niet voorzien van een ruimtelijke onderbouwing, waarin
gemotiveerd wordt in hoeverre voldaan wordt aan alle voorwaarden (o.a. op het
gebied van milieu, archeologie, water, landschappelijke inpassing). De mogelijkheid
tot wijziging, danwel vergroten van een agrarisch bouwvlak zal, onder
voorwaarden, in het nieuwe plan wederom als mogelijkheid worden opgenomen
(deze wijzigingsmogelijkheid bestaat reeds in het vigerende bestemmingsplan
Buitengebied 1998). Na het inwerking treden kunnen agrarische ondernemers dus
nog steeds een concreet verzoek indienen bij het college voor een wijziging van het
agrarische bouwvlak. Dergelijke verzoeken worden dan beoordeeld en getoetst aan
de regels in het bestemmingsplan en het vigerende beleid.
b. Zoals onder a. aangegeven worden verzoeken ingediend ná 1 mei 2010, of dit losse
verzoeken zijn of verzoeken in het kader van de inspraakreactie, niet meer
meegenomen bij de herziening van het bestemmingsplan.
c. Het betreft hier een nieuw verzoek welke, gezien a., niet bij de herziening van het
bestemmingsplan zal worden meegenomen. Voor het oprichten van een
mestbewerkingssysteem, evenals voor groencompostering binnen eigen bouwvlak
en het vergroten van het bouwvlak, dient een apart verzoek ingediend te worden.
Dergelijke verzoeken worden dan beoordeeld en getoetst aan de regels in het
bestemmingsplan en het vigerende beleid.
d. Een archeologische verwachtingswaarde is vaak op gebiedsniveau. Het is niet
mogelijk om alle bouwvlakken uit te sluiten van deze verwachtingswaarde. Wel zal
aan de bestemmingsvoorschriften een uitzonderingsbepaling worden toegevoegd
dat wanneer aangetoond kan worden dat de grond dusdanig is verstoord en
geroerd door werkzaamheden niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte
waar de verstoring heeft plaatsgevonden. Reclamant dient dus bewijsvoering aan te
leveren waaruit blijkt dat de grond is geroerd.
181