Toelichting - Gemeente Rucphen

In voorliggend bestemmingsplan worden deze panden als bijlage bij de regels opgenomen.
Aan de bijlage wordt een regeling gekoppeld die het behoud en herstel
van deze panden waarborgt. Dit is noodzakelijk voor zover de panden niet op basis
van de gemeentelijke verordening (gemeentelijk monument) dan wel de Monumentenwet
(Rijksmonumenten).
Erfgoedverordening 2010 gemeente Rucphen
Voor de onderwerpen monumenten en archeologie heeft de gemeente een verordening
vastgesteld. In deze verordening worden een aantal zaken geregeld, te weten:
de aanwijzing van gemeentelijke monumenten, instandhouding van gemeentelijke
monumentale zaken, Rijksmonumenten en de instandhouding van archeologische
terreinen. Het voorgaande heeft gevolgen voor het op te stellen bestemmingsplan.
In het bestemmingsplan wordt een aanduiding opgenomen voor de middelhoge en
de hoge archeologische verwachtingswaarde. Aan deze aanduiding wordt de volgende
regeling gekoppeld:
1. middelhoge verwachtingswaarde: voor deze gebieden wordt een gebiedsaanduiding
opgenomen met in de aanduidingregels een vergunningplicht wanneer
sprake is van een verstoring groter dan 750 m²;
2. hoge verwachtingswaarde: voor deze gebieden wordt een gebiedsaanduiding
opgenomen met in de aanduidingregels een vergunningplicht wanneer sprake is
van een verstoring groter dan 100 m².
Aan de vergunning wordt als voorwaarde gekoppeld dat een archeologisch rapport
dient te worden overlegd waaruit blijkt dat de archeologische waarden voldoende
worden geborgd, door de verstoring niet onevenredig worden aangetast of dat
geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische waarden.
Binnen het plangebied is één archeologisch monument aanwezig (zie figuur 16). Ter
bescherming van dit archeologisch monument is de dubbelbestemming “Waarde –
Archeologie” in voorliggend bestemmingsplan opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming
is onder andere geregeld dat in afwijking van het bepaalde bij de andere
daar voorkomende bestemmingen geen nieuw bouwwerk mag worden gebouwd.
92
Hoofdstuk 2