20.04.2014 Views

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

141<br />

gedaan middels het laten opstellen van een gemeentedekkende archeologiekaart<br />

(inclusief beleidskaart). Hieruit blijkt dat er gerede kans is op het aantreffen van<br />

archeologische resten binnen de bouwblokken. Juist binnen de bouwblokken<br />

kunnen o.a. bij de boerderijen op oude erven met ondiep gefundeerde loodsen of<br />

panden wel degelijk archeologische resten voorkomen. De resten zijn door de<br />

bebouwing beschermd geweest tegen verstoring. De diepte van fundering, riolering<br />

en vloeren bepalen immers in hoeverre archeologische resten al verstoord zijn of<br />

niet. Om die reden is vooronderzoek ook binnen bouwvlakken waar archeologische<br />

resten worden verwacht belangrijk om te bepalen in hoeverre er nog sprake is of<br />

kan zijn deze resten. Wel blijft er altijd de eerder ook genoemde mogelijkheid voor<br />

initiatiefnemers van een bodemingreep om aan te tonen d.m.v. een schriftelijke<br />

bron (bijv. een bouwtekening waarop locatie, oppervlakte en diepte) dat de bodem<br />

zodanig verstoord is, dat geen archeologische waarden meer aanwezig kunnen zijn.<br />

Wanneer deze informatie aannemelijk blijkt te zijn, dan zal geen onderzoek<br />

gevraagd worden. Echter ook hiervoor geldt dat aan de bestemmingsvoorschriften<br />

een uitzonderingsbepaling zal worden toegevoegd dat wanneer aangetoond kan<br />

worden dat de grond dusdanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden niet<br />

omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft<br />

plaatsgevonden. Reclamant dient dus bewijsvoering aan te leveren waaruit blijkt<br />

dat de grond is geroerd.<br />

d. In navolging van het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied 1998” mogen<br />

sleufsilo’s buiten het bouwvlak worden opgericht. Wij zullen de planregels zo<br />

aanpassen dat de rechtsonzekerheid, waarover reclamant spreekt, zal verdwijnen<br />

en er duidelijk wordt dat het oprichten van bijvoorbeeld sleufsilo’s buiten het<br />

bouwblok tot de mogelijkheden behoort.<br />

e. De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 geeft wel een limiet voor agrarische<br />

bouwvlakken welke betrekking hebben op glas, intensieve veehouderij en welke<br />

gelegen zijn binnen de groen-blauwe mantel. De gemeente heeft gekozen voor het<br />

begrenzen van de agrarische bouwvlakken. Over het algemeen geeft dit voldoende<br />

ruimte. Wanneer dit niet voldoende is geeft het plan de ruimte om het bouwvlak te<br />

vergroten tot een maximum van 1,5 ha. Voor grotere bouwblokken is maatwerk<br />

mogelijk, dit dient dan een aparte procedure te volgen.<br />

f. In een eerder stadium van het plan hebben agrariërs de mogelijkheid gekregen om<br />

wensen ten aanzien van eventuele aanpassingen van het bouwblok aan ons voor te<br />

leggen. Reclamant heeft hiervan gebruik gemaakt. Echter doordat er geen concrete<br />

bouwplannen aanwezig waren is de wens van de reclamant tot<br />

vergroting/aanpassing van het bouwblok niet meegenomen in het onderliggende<br />

plan.<br />

Conclusie:<br />

a. De verwijzing naar de planregels zal worden aangepast.<br />

b. De zienswijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

c. De zienswijze is deels gegrond en de regels worden aangepast.<br />

d. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

e. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

f. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

141

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!