Toelichting - Gemeente Rucphen

152
o. Reclamant stelt dat de regels uit de VR ten aanzien van intensieve veehouderijen
niet goed vertaald is in de planregels. Voorbeeld is het verbod op uitbreiding in
extensiveringsgebied en de voorwaarden voor uitbreiding in verwevingsgebied.
p. Reclamant is van mening dat enkele melkrundveehouderijen in Rucphen niet
grondgebonden zijn en derhalve als intensieve veehouderij aangemerkt moet
worden, als voorbeeld Vennestraat 1 en Molendreef 1. Aangehaald wordt dat
(productiegerichte) paardenhouderijen en melkveehouderijen die niet
grondgebonden zijn vallen onder de definitie van intensieve veehouderij.
q. Reclamant stelt dat de voormalige intensieve veehouderijen een passende
(woon)bestemming dienen te krijgen en dat de milieuvergunning ingetrokken dient
te worden, waaronder Vennestraat 4. Tevens heeft reclamant voor dit perceel
bezwaar tegen de bestemming caravanstalling op een gekoppeld bouwblok en geeft
aan dat het westelijke, onbebouwde deel dient te vervallen als caravanstalling.
r. Reclamant is van mening dat boomteelt niet overal gewenst is vanwege het
intensieve karakter en somt een aantal mogelijk negatieve effecten op. Hiervoor
wordt verwezen naar de zienswijze.
s. Reclamant stelt dat de gemeente in de toelichting niet in beeld heeft gebracht
hoeveel bedrijven met intensieve teelten en/of boomteelt er in de gemeente zijn,
waar deze zijn gelegen, wat de huidige (bouwblok) omvang is en wat de huidige
omvang is van het arsenaal (teeltondersteunende) kassen en voorzieningen.
t. Reclamant stelt dat het toekennen van bouwvlakken voor de TOV dient te gebeuren
op basis van de huidige omvang en de op-maat-methodiek en dat omschakeling
naar- en uitbreiding van TOV via een wijzigingsbevoegdheid kan plaatsvinden.
u. Reclamant stelt dat voor teeltondersteunende voorzieningen naast een goede
landschappelijke inpassing ook een voorziening voor inzijging en opvang van
regenwater opgenomen dient te worden in de regels.
v. Reclamant stelt dat het begrip ‘overige teeltondersteunende voorzieningen’
discutabel is omdat niet duidelijk is aangegeven of dit permanent of tijdelijk is en
aldus binnen of buiten het bouwvlak opgericht mag worden. Als voorbeeld wordt
stellingenteelt met regenkappen aangehaald.
w. Reclamant stelt dat de wijzigingsbevoegdheid voor teeltondersteunende kassen tot
1,5 ha in agrarisch gebied met natuurwaarden in strijd is met het
Reconstructieplan, waarin een TOV-verruiming tot 1 ha alleen is toegestaan in het
begrensde gebied zoals opgenomen op de plankaart van het Reconstructieplan.
Reclamant verzoekt om dit aan te passen.
x. Reclamant stelt dat de bouwregels in art. 4.2.1.b en 5.2.1.b in strijdt zijn met VR
en reconstructieplan De Baronie, aangezien teeltondersteunende kassen in
gebieden van de Groenblauwe Mantel en leefgebieden voor kwetsbare soorten niet
zijn toegestaan. Dit geldt tevens voor de wijzigingsbevoegdheid voor permanente
TOV in art. 4.6.1 en 5.6.1. reclamant stelt dat een dergelijke wijzigingsbevoegdheid
niet in de bestemming Agrarische gebied- Waarde Natuur en Landschap past en dat
een afwegingskader ontbreekt. Reclamant beveelt aan om een afwegingskader op
te nemen in de Regels voor de gebieden met Waarden, waarin is aangegeven welke
randvoorwaarden gelden voor het behoud van kwetsbare omgevingswaarden.
y. Reclamant verzoekt om in het bestemmingsplan op te nemen dat de
wijzigingsbevoegdheid voor verruiming van permanente TOV’s uitsluitend in die
gebieden geldt die in het Reconstructieplan De Baronie zijn aangeduid als ‘Gebieden
voor TOV verruiming’ met bijbehorende voorwaarden.
z. Reclamant stelt dat in de bouwregels en wijzigingsregels van art 3 de voorwaarden
zoals gesteld in bijlage 7 van het Reconstructieplan opgenomen dienen te worden,
oa het waterneutraal bouwen op het eigen bouwblok en de landschappelijke
inpassing.
aa. Reclamant stelt dat de bouwhoogte van TOV’s (art 3.2) tot 8 meter te hoog is en
niet voldoet aan de voorwaarden uit het reconstructieplan.
bb. Reclamant stelt dat in Agrarisch gebied met Waarden voor tijdelijke TOV’s dat moet
worden aangetoond dat het oprichten hiervan geen onevenredige effecten heeft op
natuur- en landschapswaarden en dat dit geregeld moet worden via
omgevingsvergunningstelsels en gebruiksverboden.
cc. Reclamant stelt dat teeltondersteunende kassen uitsluitend zijn toegestaan bij
bedrijven die intensieve teelten hebben en niet bij elk bedrijf (artikel 39.17) en
daarbij binnen het bouwblok en niet overal in het gebied.
dd. Reclamant vindt het onaanvaardbaar dat in art 3.3, 4.3, 5.3, een
bouwgrensoverschrijding is toegestaan met 3 meter en vindt dit in strijd met een
152