20.04.2014 Views

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

Toelichting - Gemeente Rucphen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

101<br />

gesproken over tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen. Artikel 1.131 geeft<br />

aan dat hieronder ook bijvoorbeeld wandelkappen vallen. Artikel 1.65 geeft aan dat<br />

onder gebouw wordt verstaan elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke,<br />

overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Gelet hierop<br />

is er een tegenstrijdigheid ontstaan in artikel 3.2.2 sub b. Deze strijdigheid zal<br />

worden aangepast.<br />

c. In de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is in de toelichting behorende bij<br />

artikel 8.3, tweede lid opgenomen dat de periode voor tijdelijke voorzieningen een<br />

maximum heeft van 6 maanden. Gelet hierop kan de termijn niet wordt verlengd<br />

naar 9 maanden.<br />

d. In de Verordening ruimte Noord Brabant 2011 is aangegeven dat de gemeente de<br />

afweging dient te maken of een omgevingsvergunning noodzakelijk is voor de<br />

tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen. In de toelichting behorende bij het<br />

bestemmingsplan is onder 2.8.4 opgenomen dat de gemeente <strong>Rucphen</strong> er voor<br />

gekozen heeft dat voor het oprichten van tijdelijke voorzieningen geen<br />

vergunningstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en<br />

werkzaamheden noodzakelijk is gegeven de omstandigheid dat de ruimtelijke<br />

impact van deze voorzieningen beperkt is en de voorzieningen slechts tijdelijk van<br />

aard zijn. Indien blijkt dat dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering is het mogelijk<br />

deze 6 maanden op te knippen in twee periodes.<br />

e. Het bestemmingsplan staat het slechts toe om direct aangrenzend aan een<br />

bouwblok, waarbij er hooguit een weg, of een landschapselement mag tussen<br />

zitten, een bouwblok voor teeltondersteunende voorzieningen op te richten. Er<br />

wordt echter niet naar de eigendomssituatie gekeken. De eigendomssituatie is<br />

ruimtelijk niet relevant. Dit houdt in dit concrete geval in dat het mogelijk is om<br />

direct aansluitend aan het bouwblok van de Hoge Donk 49 een bouwblok voor<br />

teeltondersteunende voorzieningen op te richten.<br />

f. Artikel 3.2.1 lid c schrijft voor dat de gezamenlijke oppervlakte van kassen<br />

maximaal 5.000 m² mag dragen. In afwijking van dit artikel mag in de gebieden<br />

met een aanduiding 'teeltondersteunende kassen toegestaan' uit artikel 39.17 niet<br />

5.000 m2 maar in totaal 1,5 ha. aan teeltondersteunende kassen binnen het<br />

bouwblok worden opgericht. Het bestemmingsplan wordt zo aangepast dat duidelijk<br />

blijkt wat de relatie is tussen artikel 3 en artikel 39.17 en wat er in de gebieden<br />

met de aanduiding toegestaan is.<br />

g. Teeltondersteunende kassen dienen te allen tijde opgericht te worden op het<br />

bouwblok. Voor permanente lage voorzieningen biedt het bestemmingsplan<br />

mogelijkheden om deze voorzieningen op te richten aansluitend aan het bouwvlak<br />

op een speciaal voor deze lage permanente voorzieningen aangewezen<br />

differentiatievlak. Het gaat dus om een differentiatievlak en niet om het toestaan<br />

van een volledig nieuw agrarisch bouwblok.<br />

h. Er wordt alleen ruimte geboden aan tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.<br />

Bijbehorende bouwwerken hebben een permanent karakter en horen thuis op het<br />

bouwvlak c.q. differentiatievlakken speciaal voor permanente teeltondersteunende<br />

voorzieningen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch -<br />

teeltondersteunende voorziening'. Het toestaan van bouwwerken buiten het<br />

bouwvlak en deze differentiatievlakken achten wij niet wenselijk.<br />

i. Het betreft een agrarisch bedrijf gelegen binnen een agrarisch bouwvlak. Echter<br />

aangezien hier sprake is van het houden van paarden is hier de functieaanduiding<br />

“paardenhouderij” aangegeven. Het feit dat in het gehele gebied, waar ook dit<br />

perceel onder valt, ook teeltondersteunende kassen zijn toegestaan betekent niet<br />

dat een paardenhouderij hier niet is toegestaan.<br />

Conclusie:<br />

a. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

b. De zienswijze is gegrond en de regels worden aangepast.<br />

c. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

d. De zienswijze is gegrond.<br />

e. De zienswijze is gegrond en de regels worden aangepast ter verduidelijking.<br />

f. De zienswijze is gegrond en het bestemmingsplan wordt aangepast.<br />

g. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

h. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

i. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.<br />

101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!