Toelichting - Gemeente Rucphen

149
134 Hogestraat 4, IA11/09705
Korte inhoud ingediende reactie:
a. Binnen het bouwblok is een stuk aangeduid met “Archeologische
verwachtingswaarde-middelhoog”. Reclamant ook bij het
voorontwerpbestemmingsplan gereageerd. Reactie van de gemeente was dat er
onderzoek plaatsvindt over de begrenzing van de archeologische
verwachtingswaarde. Reclamant wil deze begrenzing van het bouwblok alsmede
100 meter daar omheen. Wanneer dit niet het geval is kan reclamant bij verdere
ontwikkeling van het bedrijf vastlopen en op hoge onderzoekskosten worden
gejaagd met alle gevolgen van dien. Op bijgevoegde kaarten is gearceerd de
gronden van reclamant aangegeven. Door landinrichting begin ’90 zijn de
begrenzingen van de percelen veranderd. Door verkaveling van de gronden, nieuwe
bouwkavels, aanleggen nieuwe sloten, dempen oude sloten e.a. zijn de gronden
gediepploegd tot 1 meter diepte. Als er sprake zou zijn van archeologische waarde
dan was dat in die tijd wel ontdekt. Reclamant vindt het reëel dat de begrenzing
wordt geschrapt aangezien er niets van archeologische waarde terug te vinden is.
Inhoudelijke reactie:
a. Het gaat om archeologische zones en niet om relatief kleine bodemingrepen
(particulier en ruilverkaveling) die gezorgd hebben voor plaatselijke
bodemverstoring en daarmee wellicht voor een lagere archeologische
verwachtingswaarde. Dit laatste geldt echter wel voor bekende ontgrondingen en
bijvoorbeeld grote woonwijken, in die gevallen is het wel degelijk verwerkt op de
archeologiekaart. De dieptegrenzen bij de beleidscategorieën zijn niet van
toepassing op een normale agrarische bedrijfsvoering; ploegen e.d. gaat normaliter
niet dieper dan 30 tot 40 cm onder maaiveld en tot 50 cm onder maaiveld zijn
werkzaamheden toegestaan zonder omgevingvergunning. Wel zal aan de
bestemmingsvoorschriften een uitzonderingsbepaling worden toegevoegd dat
wanneer aangetoond kan worden dat de grond dusdanig is verstoord en geroerd
door werkzaamheden niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de
verstoring heeft plaatsgevonden. Reclamant dient dus bewijsvoering aan te leveren
waaruit blijkt dat de grond is geroerd.
Conclusie:
a. De zienswijze is deels gegrond leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
149