Toelichting - Gemeente Rucphen

199
160 Oosteindseweg 36, IA11/08617
Korte inhoud ingediende reactie:
a. In het verleden is een procedure gevolgd voor vergroting bouwblok naar 1,5 ha. Dit
is echter niet in het bestemmingsplan opgenomen. Verzoek om toegekende
bouwblok op te nemen op de plankaart.
b. De mogelijkheid voor een 2 e bedrijfswoning wordt uitgesloten, wel wordt de
mogelijkheid geboden om arbeidsmigranten voor maximaal 8 maanden per jaar te
huisvesten op een agrarisch bedrijf. Voor de tuinbouwsector wordt wel ruimte
gelaten voor het huisvesten van arbeidsmigranten terwijl dit niet voor de
arbeidsmigranten bij een veehouder geldt. Verzoek is om 2 e bedrijfswoning t.b.v.
de huisvesting van arbeidsmigranten mogelijk te maken, danwel de periode van 8
maanden te schrappen bij de huisvesting van arbeidsmigranten.
c. Ruimtelijk beleid voor intensieve veehouderij wordt steeds meer ingeperkt.
Hierdoor is het noodzakelijk dat het bouwblok efficiënt benut kan worden. Aan de
linkerzijde van het bouwvlak is 418m² opgenomen met aanduiding
‘landschapselement’ met dubbelbestemming ecologie en EHS. Verzoek is om de
aanduiding ‘landschapselement en de dubbelbestemming ecologie van de plankaart
te verwijderen en het gangbare beleid van erfbeplanting van toepassing te laten
zijn op het bouwblok. Dit om de omvang van het bouwblok te behouden en
benutbaar te houden voor de veehouderij.
Inhoudelijke reactie:
a. In de reactie op de ingediende bedenkingen bij het voorontwerpbestemmingsplan is
aangegeven dat de verbeelding zal worden aangepast conform de op 6 augustus
2010 verleende vrijstelling. De verbeelding is echter in het
ontwerpbestemmingsplan nog niet aangepast. Deze zal alsnog worden aangepast.
b. Conform artikel 11.1, het tweede lid van de Verordening ruimte Noord-Brabant
2011 is een tweede agrarische bedrijfswoning uitgesloten. Reclamant heeft de
afgelopen jaren dit verzoek inmiddels al tenminste vijf keer gedaan en is evenzo
vaak afgewezen. Eveneens is in de toelichting bij dit artikel opgenomen dat het
voorzien in permanente opvang van arbeidsmigranten in het buitengebied niet
gewenst wordt geacht. Tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten is toegestaan
binnen de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen, in stacaravans of tijdelijke
woonunits voor een periode van maximaal 8 maanden binnen een agrarisch bedrijf.
Er wordt in artikel 3.5.3 van het ontwerpbestemmingsplan geen onderscheidt
gemaakt tussen de verschillende agrarische bedrijven. Aangegeven is dat de
arbeidsmigranten alleen gehuisvest mogen worden wanneer ze ook werkzaam zijn
binnen het agrarische bedrijf waar ze gehuisvest worden. Gelet op het
hierbovenstaande is een tweede bedrijfswoning niet mogelijk en zeker niet voor de
huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten. Omdat hier sprake is van tijdelijk
gebruik van arbeidsmigranten, ook wel seizoensarbeiders genoemd, is een termijn
van 8 maanden opgenomen. Dit om de tijdelijkheid te garanderen.
c. In het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ is een landschapselement
op dezelfde locatie al opgenomen. Het betreft hier geen verandering of aanpassing
van het bestemmingsplan. Het al aanwezige en als zodanig bestemde
landschapselement zal worden gehandhaafd. Het aanpassen van de begrenzing
voor de EHS is een bevoegdheid van de provincie Noord-Brabant en wordt derhalve
ook gehandhaafd.
Conclusie:
a. De zienswijze is gegrond en de verbeelding wordt aangepast.
b. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
c. De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
199