Toelichting - Gemeente Rucphen

118
b. Het pand aan de Vorenseindseweg 93 komt voor op de MIP lijst van de provincie
Noord-Brabant. MIP staat voor Monumenten Inventarisatie Project. Het pand is
geregistreerd met MIP-code BSNB0003. De gemeente Rucphen hanteert deze lijst
om panden de cultuurhistorische aanduiding te geven. De genoemde beoordelingen
van architecten, planologen en makelaars zijn niet bij het bezwaarschrift
bijgevoegd, waardoor er geen aanleiding is om af te wijken van de MIP-lijst. De
aanduiding ‘cultuurhistorisch waardevol pand’ blijft derhalve gehandhaafd.
c. Dit is correct. De bestemming zal worden aangepast conform het vigerende
bestemmingsplan. Opgemerkt wordt dat de weg niet mag worden verhard zonder
een omgevingsvergunning.
d. Uit sociaal en landschappelijk oogpunt zal het bestemmingsplan ‘Buitengebied
Rucphen 2012’ de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen
toestaan. De planregels zullen op dit onderdeel worden verduidelijkt.
e. Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen de huisvesting van tijdelijke en
permanente seizoensarbeiders. Voor het huisvesten van tijdelijke arbeidsmigranten
in bestaande agrarische bedrijfsgebouwen, in stacaravans of in tijdelijke woonunits
is een afwijking van de gebruiksregels opgenomen in de regels. Wanneer een
bedrijf permanent arbeidsmigranten wil huisvesten, dan is dit alleen mogelijk
binnen bijvoorbeeld de bedrijfswoning, of een pand met de bestemming ‘wonen’.
De gemeente Rucphen wenst geen aparte regels te hanteren voor het huisvesten
van permanente arbeidsmigranten. Wel dienen ondernemers er rekening mee te
houden, dat wanneer deze panden worden gebruikt als pension, of een omvang
heeft die onevenredig is met de omvang van de woning dit wordt gezien als strijdig
gebruik en er handhavend zal worden opgetreden.
f. Zie de reactie onder e.
g. De planregels zijn bedoeld om netto 4 hectare teeltondersteunende voorzieningen
toe te staan. De planregels zullen redactioneel worden aangepast.
h. Containervelden worden inderdaad slechts direct aansluitend toegestaan aan het
bouwblok. De planregels zullen op dit onderdeel worden verduidelijkt.
i. Conform het provinciale beleid wordt de maximale hoogte van lage
teeltondersteunende voorzieningen aangepast van 1 meter naar 1,5 meter.
j. Een van de belangrijkste principes binnen de ruimtelijke ordening in het
buitengebied is zuinig ruimtegebruik. Verwijderen van deze voorwaarden achten wij
niet wenselijk.
k. Alleen daar waar de noodzaak voor een uitbreiding is aangetoond en de
volwaardigheid en continuïteit van de bedrijfsvoering gewaarborgd is, is uitbreiding
toegestaan. Dit om onnodige extra verstening te voorkomen. Er is bijvoorbeeld
geen noodzaak tot uitbreiding van het bouwvlak in het kader van de ruimtelijke
ordening als bestaande bebouwing onvoldoende is benut of ook binnen het
bouwvlak nog ruimte is om uit te breiden. De AAB is een onafhankelijke partij die
toetst aan deze en de andere genoemde voorwaarden. Het verwijderen van deze
bepaling is dan ook niet gewenst.
l. Het investeren in de landschappelijke kwaliteit is een provinciale eis. Ook andere
gemeentes hebben deze bepaling opgenomen in hun bestemmingsplan. Er is dus
geen sprake van een verslechtering van de concurrentiepositie ten opzichte van
andere gemeentes.
m. De verordening Ruimte geeft aan hoe gronden uit EHS kunnen worden genomen.
Deze zienswijze voldoet hier aan alle vereisten uit de in de Verordening Ruimte
beschreven procedure voor het uit de EHS halen van gronden. Het ontbreekt onder
andere aan een goede onderbouwing, zoals beschreven in artikel 4.5 lid 2 van de
Verordening Ruimte. Daar komt bij dat in dit stadium van het bestemmingsplan het
niet meer mogelijk is gelijktijdig met dit bestemmingsplan een verzoek tot het
wijzigingen van de EHS in te dienen bij de provincie. De aanduiding EHS blijft
derhalve op genoemd perceel gehandhaafd.
n. Een archeologische verwachtingswaarde is vaak op gebiedsniveau. Het is niet
mogelijk om deze verwachtingswaarde zonder onderbouwing te verschuiven. Wel
zal aan de bestemmingsvoorschriften een uitzonderingsbepaling worden
toegevoegd dat wanneer aangetoond kan worden dat de grond dusdanig is
verstoord en geroerd door werkzaamheden niet omgevingsvergunningplichtig zijn
tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden. Reclamant dient dus
bewijsvoering aan te leveren waaruit blijkt dat de grond is geroerd.
o. Het al dan niet openbaar houden van dit pad is een privaatrechtelijke
aangelegenheid. Het bestemmingsplan is niet het geschikte instrument om dit te
regelen.
118