Toelichting - Gemeente Rucphen

170
jj.
kk.
ll.
mm.
nn.
oo.
pp.
qq.
rr.
ss.
tt.
uu.
agrotoerisme en een bezoekerscentrum met ondergeschikt horeca toe te voegen,
alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘verkoop van eigen producten’ de
bestemming ‘detailhandel van eigen producten’ Verzocht wordt om de detailhandel
van eigen producten rechtstreeks toe te staan.
Verzocht wordt om binnen de bestemming ‘Agrarisch met Waarden-Natuur’ de
bouwregels voor kassen toe te voegen, overeenkomstig met de artikelen 3.2.1 lid b
en 4.2.1 lid b.
Verzocht wordt om in de bestemming ‘Agrarisch met waarden-natuur’ een
wijzigingsbevoegdheid op te nemen ten behoeve van de vergroting van een
intensieve veehouderij. Reclamant stelt dat er ook delen verwevingsgebied binnen
deze bestemming is gelegen waar deze mogelijkheid toegestaan is.
Verzocht wordt om de goothoogte ter plaatse van de bestemming ‘Sport’ te
wijzigen van 3,5 meter naar 6,5 meter en de bouwhoogte naar 11 meter voor de
bedrijfsgebouwen omdat maneges onder deze bestemming vallen en de
hoogtematen niet toereikend zijn.
Verzocht wordt om de vergunningsplicht voor het aanleggen van drainages te
verwijderen. Alsmede om voor bewerkingen in de grond de 30 cm te wijzigen in 50
cm. Betreft 39.1 en 39.2 Archeologische verwachtingswaarde.
Verzocht wordt om in de regels te verduidelijken dat de vergunningsplicht niet geldt
voor het vellen of kappen van houtgewas, ten behoeve van de landschappelijke
waarde beslotenheid wat behoort tot de normale werkzaamheden van een
boomkwekerij. Verzocht wordt om hiertoe geen vergunningsplicht op te nemen.
Verzocht wordt om in de regels te verduidelijken dat de vergunningsplicht niet geldt
voor het aanbrengen van opgaand houtgewas wat behoort tot de reguliere
werkzaamheden van een boomkwekerij. (39.13 lid a)
Verzocht wordt om het verbod en bijbehorende vergunningsplicht te verwijderen
voor het aanbrengen van tunnels hoger dan 1,5 meter en het aanleggen van
afdekfolie (39.13 lid a sub c). En anders expliciet te vermelden dat deze ten
behoeve van de agrarische bedrijvigheid worden uitgezonderd van de
vergunningsplicht.
Reclamant constateert dat de toegekende differentiatievlakken voor permanente
TOV op de verbeelding als WRO-Zonde-wijzigingsgebied 1 staan aangeduid of niet
zijn opgenomen. Verzocht wordt om de differentiatievlakken, bouwvlakvergrotingen
en andere wijzigingen die middels een separaat gevoerde procedure tot stand zijn
gekomen correct op de verbeelding aan te duiden. Reclamant verwijst naar de
beantwoording op de ingediende inspraakreactie.
Verzocht wordt om de agrarische bouwvlakken te controleren en deze voldoende
ruim in te tekenen, zodat alle gebouwen, bouwwerken en voorzieningen binnen het
bouwvlak vallen met daarbij nog enige ruimte tot uitbreiding.
Verzocht wordt om de maatvoering ter plaatse van intensieve veehouderijen correct
op te nemen op de verbeelding en afgegeven vergunningen hierin mee te nemen.
Verzocht wordt om alle nevenactiviteiten waar vergunning voor is verleend op de
verbeelding op te nemen middels een specifieke aanduiding. Reclamant geeft aan
dat dit nu niet compleet is.
Verzocht wordt om de gebieden met hoge en middelhoge verwachtingswaarden te
schrappen van de kaart óf nader te onderbouwen middels een gebied dekkend
bureauonderzoek. In het bijzonder wordt verzocht om de agrarische bouwvlakken
uit te zonderen van archeologische verwachtingswaarden.
Inhoudelijke reactie:
a. In de Verordening Ruimte is onder artikel 2.1. de zorgplicht voor ruimtelijke
kwaliteit en onder artikel 2.2 de kwaliteitsverbetering van het landschap
opgenomen als regel. Hierin stelt de provincie de verplichting aan gemeenten om in
een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand
stedelijk gebied bij moet dragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering
van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste
omgeving etc. Dus voor iedere ontwikkeling dient hier invulling aan gegeven te
worden. De mogelijkheden zijn uitgewerkt. In dit document is overigens de regeling
in hoofdlijnen uitgewerkt en blijft maatwerk optioneel. Voor intensieve
veehouderijen is in artikel 9.3.1.e opgenomen dat bij uitbreiding van IV bedrijven
10 % van het bouwvlak aangewend dient te worden voor een goede
landschappelijke inpassing. Dit is ook op deze manier vertaald in de regels van het
bestemmingsplan Buitengebied.
170