11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Leerplandoelstellingen – Meetkunde5.3.2.5 Meet- en tekenvaardigheid ontwikkelen1 DoelstellingenM47Het beeld van een vlakke figuur tekenen door een verschuiving, een spiegeling ofeen draaiing.35EEVHet beeld van een lijnstuk, van een driehoek bepalen door een verschuiving, eenspiegeling of een draaiing.Het beeld van een veelhoek bepalen door een verschuiving of een spiegeling,waarbij ruitjes als hulp kunnen gebruikt worden.Het beeld van een vlakke figuur bepalen door een puntspiegeling.M48Met behulp van passer een hoek construeren waarvan de hoekgrootte gelijk is aandie van een gegeven hoek, en de werkwijze verklaren met congruentiekenmerken.M49De middelloodlijn van een lijnstuk en de bissectrice van een hoek construeren metbehulp van de passer.35M50Driehoeken en vierhoeken construeren die aan gegeven voorwaarden voldoen.2 Pedagogisch-didactische wenkenM47Het tekenen van het beeld van een vlakke figuur door een meetkundige transformatie is eentoepassing op de constructies van evenwijdigen, loodlijnen, hoeken ... uit het eerste leerjaar.Deze constructies werden hoofdzakelijk uitgevoerd met de geodriehoek. Het tekenen van hetbeeld door een draaiing is een goede gelegenheid om de constructie met de passer van eenhoek met hoekgrootte gelijk aan die van een gegeven hoek aan te leren (cf. congruentie vooreen verklaring).Het uitvoeren van effectieve tekenopdrachten is nuttig om leerlingen inzicht bij te brengen inde opbouw van figuren en het gebruik van eigenschappen en hen te confronteren met nauwkeurigheid.Leerlingen moeten zeker een aantal eenvoudige situaties eigenhandig kunnenuitvoeren. Het zelf uitvoeren versterkt het inzicht.Met het oog op het onderzoek van figuren op eigenschappen kan het tekenwerk beperktworden, door gebruik te maken van ruitjespapier en een oordeelkundige plaatsing van defiguur en/of de spiegelas.Dat wil concreet bijvoorbeeld zeggen:- de hoekpunten van de gegeven figuur zijn roosterpunten;- het georiënteerde lijnstuk dat de verschuiving bepaald, is door roosterpunten gegeven;- de spiegelas van de spiegeling valt samen met een rasterlijn of met diagonalen vanruitjes;- het centrum van de puntspiegeling is een roosterpunt.Het gebruik van ruitjes kan leiden tot een ‘machinaal’ uitvoeren door het tellen van ruitjes. Ditgeeft geen inzicht. De aandacht van de leerlingen moet gevestigd worden op het telkensopnieuw bevragen van wat ze aan het uitvoeren zijn (bijv. bij de spiegeling: ik gebruik deloodlijn op de spiegelas, ik plaats een punt op gelijke afstand …).Het uitvoeren van transformaties met behulp van een meetkundig tekenprogramma vergtinzicht. Leerlingen moeten de juiste instructies ingeven (bijv. bij ‘spiegel punt A ten opzichtevan as b’: het aanklikken van spiegeling, punt, rechte). Het inzichtelijk werken wordt dusbehouden, het uitvoeren kan overgenomen worden door de computer. Dit biedt een moge-1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde111D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!