11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wiskundevorming in de eerste graadAansluiting met het basisonderwijsHet deel getallenleer sluit aan bij de onderdelen getallenkennis en bewerkingen uit de basisschool.Het deel meetkunde sluit aan bij de onderdelen meten en metend rekenen en meetkunde. Voor metenen metend rekenen mag gesteld worden dat de fundamentele, maatschappelijke doelen in principebereikt zijn in de basisschool. In de eerste graad worden deze doelen niet systematisch hernomen,maar komen ze wel onvermijdelijk aan bod als kennis en vaardigheid bij het oplossen van vraagstukkenen problemen. Het onderdeel domeinoverschrijdende doelen van het basisonderwijs wordt in ditleerplan verder gezet in het onderdeel vaardigheden en attitudes, in het bijzonder bij probleemoplossendevaardigheden en leervaardigheden.Hoofdstuk 3 biedt een duidelijke kijk op de beginsituatie van de leerlingen. Het geeft een overzicht vande leerinhouden van het leerplan van de basisschool, zoals ze verwerkt worden in de praktijk.In het algemeen is het aangewezen om via diagnostisch toetsen op te meten welke het residu is (watnetto aanwezig is aan kennis en vaardigheden) van de vorming in het basisonderwijs. Op basis daarvankan een gerichte bijsturing en/of herhaling of eventueel remediëring opgezet worden.4.2 Algemene pedagogisch didactische wenkenKennis en inzichtIn de eerste graad moet voldoende aandacht besteed worden aan de begripsvorming. Een eersteabstractie van nieuwe begrippen wordt ondersteund door voorbeelden, die onder meer kunnen aansluitenbij de ervaringswereld van de leerlingen of bij de historische ontwikkeling van het begrip. In eenonderzoeksfase kunnen de leerlingen zelf ervaren wat de relevante en niet-relevante kenmerken vaneen begrip zijn. Bij het verbinden van nieuwe ervaringen aan het begrip of het niet meer behoorlijkfunctioneren van het begrip kunnen leerlingen hierop terugvallen. De aanbreng van nieuwe eigenschappenkan op gelijkaardige wijze aangepakt worden.Naast het aanzetten van nieuwe begrippen en eigenschappen zal ernaar gestreefd worden een aantalbegrippen en eigenschappen uit te diepen en op een hoger verwoordingsniveau te brengen, waarbijde vaktaal al met een redelijke exactheid wordt gehanteerd. Dit betekent niet dat de leerlingen meteenmet de gehele achterliggende wiskundetheorie moeten geconfronteerd worden.Het inbrengen van vaktaal kan leiden tot een eerste formalisering van de omgangstaal. Vakterminologie,notaties en symbolen zijn geen doel op zich, maar zijn een middel om de gemaakte redeneringenadequaat en beknopt uit te drukken. Dit leerproces is een groeiproces, waarbij rekening moet gehoudenworden met de mogelijkheden van de leerlingen. Het vlot beheersen van de wiskundetaal, voorsommige leerlingen zelfs het vlot omgaan met de gebruikelijke schooltaal, stelt soms problemen.Daarom zal in de eerste graad veel aandacht besteed worden aan het ontwikkelen van (wiskundige)taal en aan het opvangen van taalproblemen.Omdat het verwerven van het inzicht in de wiskundekern zelf belangrijker is en het abstraheren betergeleidelijk gebeurt, worden leerlingen best niet te snel geconfronteerd met ingewikkelde uitdrukkingen,waarvan ze het nut niet inzien. Daarom zal met het gebruik van kwantoren gewacht worden tot deleerlingen over de wiskundige maturiteit beschikken om hiermee zinvol om te gaan.Inzicht in de aangeleerde begrippen en eigenschappen impliceert dat de verworven kennis kan toegepastworden. Waar mogelijk zullen de leerlingen geconfronteerd worden met zinvolle en haalbaretoepassingen binnen en buiten de wiskunde.Leerlingen moeten ook leren spreken over hun wiskundekennis en over hun wiskundig bezig zijn endit in een behoorlijke en vlotte taal.VaardighedenTechnieken en routineprocedures worden verder ingeoefend en aangevuld. Naast het ontwikkelen vanreken-, meet- en tekenvaardigheid moet aandacht besteed worden aan vaardigheden zoals verwoorden,probleem stellen en probleem oplossen, redeneren en verantwoorden.Het geregeld gebruik van <strong>ICT</strong> in de wiskundelessen zal aan leerlingen de kansen bieden om <strong>ICT</strong>vaardighedente verwerven, zoals ze beschreven zijn in het raamplan <strong>ICT</strong> en in de vakoverschrijdendeeindtermen.22D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!