11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Evaluatieallesbehalve de leerling aan zijn lot overlaten. Leerlingen hebben nog niet altijd zicht op hun leren, opde mogelijkheden die er zijn om dat (bij) te sturen of de adequate aanpak ervoor. De leerling begeleidenin dat zoeken is de moeilijke rol die voor de leraar is weggelegd. Bij sommige leerlingen zal deleraar bijvoorbeeld heel concreet hulp moeten bieden bij de keuze van de oefeningen (het aantal ende soort) om een probleem bij te sturen of bij het hanteren van het correctiemateriaal.Door het werken aan de portfolio leert de leerling nog andere vaardigheden. Zo krijgt hij een groteverantwoordelijkheid voor het eigen werk en de planning ervan. Hij leert reflectievragen te stellen bijzijn aanpak en verwerkt die in de portfolio zelf. Daardoor beschikt hij zelf, maar ook de begeleidendeleraar, over een heel dossier over de vorderingen, de leerkansen, en leerproblemen die in het leerproceszijn voorgekomen. Tussentijdse evaluatie stelt de leerling en de leraar in staat de leerdoelen aante passen en het leerproces bij te sturen. De feedback wordt gerichter en is daardoor effectiever. Debespreking met de leerling zal hem uitnodigen tot meer eigen inbreng in de evaluatie. In de portfolio iswellicht een evolutie merkbaar. Op die wijze is die een adequaat element bij de oriëntatie van de leerling.Omdat de leerling doorheen de hele portfolio meegewerkt heeft aan de keuzes in het leerproces,en aan de evaluatie ervan, zal hierdoor meer inzicht ontstaan in het eigen kunnen.Leraren die hiermee willen starten moeten een ingroeifase voorzien, zowel bij de leerlingen als bijzichzelf. Ervaring leert dat het een proces is van vallen en opstaan, vaak gespreid over meerderejaren. Best wordt een dergelijk project samen opgezet vanuit de vakgroep. Zo kan er heel wat uitwisselingplaatsvinden, zowel over het gebruikte materiaal, als over de aanpak en de motivatie van deleerlingen.<strong>ICT</strong>-hulpmiddelenIn de leerplannen is het gebruik van <strong>ICT</strong>-hulpmiddelen opgenomen, zowel voor illustratie en demonstratievan begrippen en eigenschappen, als voor het effectieve gebruik ervan door de leerlingen bijhet uitvoeren van berekeningen, het onderzoeken van eigenschappen en het verwerken van informatie.De evaluatie van onderdelen waarbij in de ontwikkelingsfase en de verwerkingsfase een rekenmachine,een grafische rekenmachine of een computer gebruikt werd, zal hieraan aangepast zijn. Dat betekentdat bij de toetsing hetzelfde materiaal ter beschikking van de leerlingen moet staan.Het spontane en accurate gebruik van <strong>ICT</strong> wordt geëvalueerd als onderdeel van de nagestreefdevaardigheid.Voorbeelden- Het heeft geen zin leerlingen in de verwerkingsfase <strong>ICT</strong> te laten gebruiken en op de evaluatiemomentenmanuele automatismen te verwachten.- Bij observatie in de klas moeten leerlingen gewezen worden op inefficiënt gebruik.- Op dezelfde wijze moet gewezen worden op inadequaat gebruik als leerlingen bijvoorbeeldtussenresultaten noteren, eventueel zelf terug invoeren, al of niet na afronding, wat merkwaardigerekenverschillen kan veroorzaken.- Als het gebruik van bepaalde werkwijzen met computer of rekenmachine als specifiekedoelstelling wordt nagestreefd (bijv. gebruik bepaalde software, bepaalde functietoetsen,wiskundebijdrage in de algemene <strong>ICT</strong>-vorming) zal dit deel uit maken van de evaluatie.- Met meetkundige software kunnen leerlingen een vermoeden onderzoeken vanuit een basisfiguurdoor het dynamisch maken van objecten uit de figuur (slepen). In dit geval is decomputer een veredeld tekenblad, waarop de redenering wordt uitgevoerd. Ook voorheenmoesten de leerlingen een tekening maken en maakte die deel uit van de evaluatie. Met hetgebruik van een figuur op een machine kan dat evenzeer.Bij dit soort evaluatie past een permanente evaluatie tijdens het leerproces zelf en geen testen metbehulp van een reeks gekunstelde oefeningen. In de observatie moet een onderscheid gemaakt wordentussen enerzijds de vaardigheid in het gebruik van het toestel (bijv. de vlotheid bij het intikken bijcomputergebruik) en anderzijds het inzicht in het gebruik van de toestelgebonden wiskundige werkwijze.Bedieningsvaardigheid op zich kan niet het enige doel zijn van wiskundelessen. Binnen het ‘vak wiskunde’mag bijvoorbeeld klaviervaardigheid geen hypotheek leggen op het gebruik van de computerbij berekeningen of dataverwerking.126D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!