11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Leerplandoelstellingen – Vaardigheden en attitudesV6Leervaardigheden- het verwerken van losse gegevens;- het verwerken van samenhangende informatie;- het raadplegen van informatiebronnen;- het inzetten van hulpmiddelen en van <strong>ICT</strong>-middelen;- het plannen van de studietijd;- het sturen van het eigen leerproces.2 Pedagogisch-didactische wenkenDe leerlingen moeten bij hun wiskundevorming een aantal vaardigheden ontwikkelen.Voor de duidelijkheid werden ze gescheiden geformuleerd. Dit betekent echter niet dat ze altijd zogescheiden voorkomen. In een wiskundig leerproces wisselen ze voortdurend af.Het is belangrijk te beseffen dat vaardigheden maar bereikt worden doorheen een proces van langereduur. Een aantal vaardigheden werden al aangezet in de basisschool en worden verder uitgewerkt inde eerste graad en later ook in de tweede en in de derde graad.Vaardigheden worden niet automatisch gegenereerd door de ermee verwante leerinhouden. Er moetbewust aandacht aan besteed worden. Dit betekent niet noodzakelijk dat ze in afzonderlijke lessengepresenteerd moeten worden. Ze moeten precies bij het spontaan gebruik geëxpliciteerd worden.De mate waarin leerlingen bepaalde vaardigheden beheersen, geeft een eerste aanwijzing over hunwiskundige mogelijkheden. Na er effectief aan gewerkt te hebben en na observatie en evaluatie kanhierin een aanwijzing gevonden worden voor de oriëntering van de leerlingen.V1Probleemoplossende vaardighedenHet kunnen oplossen van problemen is een belangrijke troef voor het verdere leven, zowelmaatschappelijk als beroepsmatig. De leerlingen kunnen belangrijke probleemoplossendevaardigheden verwerven in de wiskundevorming bij het aanpakken van problemen, in hetbijzonder bij het oplossen van vraagstukken. Enerzijds worden een aantal probleemoplossendevaardigheden zichtbaar in eenvoudige, heldere en hanteerbare situaties. Anderzijdsbiedt wiskunde de gelegenheid om de moeilijkheidsgraad in het proces stapsgewijze op tevoeren. Het biedt de mogelijkheid tot echte probleemsituaties, zonder dat complexiteit totontmoediging moet leiden. Het systematisch leren aanpakken van wiskundige problemen(vraagstukken) heeft een belangrijke transferwaarde naar andere vak- en leergebieden.Bij het aanpakken van problemen leren de leerlingen meer dan het concreet berekenen vande oplossing. Ze worden vertrouwd met verschillende denkstappen en werkwijzen, het gebruikvan heuristiek en het reflecteren op het oplossingsproces.De leerlingen van de eerste graad zijn nog geen doorgedreven probleemoplossers, m.a.w.ze maken een leerproces door. Een gedifferentieerde aanpak is aangewezen. Het arsenaalaan vraagstukken maakt het mogelijk elke leerling een uitdaging te bieden.De term ‘probleem’ moet een ruime interpretatie krijgen. Zo kunnen aan bod komen:- vraagstukken met te veel gegevens of te weinig gegevens, met gegevens in tabelvormof in grafische vorm … ;- vraagstukken waarbij leerlingen zelf een vraag bij de situatie moeten stellen;- vraagstukken waarbij patronen moeten voortgezet worden of waarbij formules moetenopgesteld worden, dus waarbij niet alleen kwantitatieve grootheden aan bod komen;- meetkundige problemen, waarbij eigenschappen moeten ingezet worden.De term ‘probleem’ gebruiken we beter niet in de context van oefeningen om een bepaaldestandaard oplossingswijze te verwerven. Die oefeningen zijn belangrijk om inzicht in die1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde27D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!