11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5.2 Getallenleer5.2.1 Eerste leerjaar5.2.1.1 Algemene doelstellingen1 Getallen en bewerkingen met getallen betekenisvol gebruiken bij het oplossen van problemen.2 Bewerkingen met getallen correct en vlot uitvoeren.3 Letters gebruiken als onbekende, in veralgemeningen en in formules.4 De samenhang tussen getallen en getallenvoorstellingen verwoorden en gebruiken.5 Wiskundige taal en terminologie begrijpen en correct gebruiken.De algemene doelstelling van getallenleer in het eerste leerjaar is de ontwikkeling van het getallenapparaaten het oplossen van problemen die met getallen kunnen gesteld worden.Over het aanpakken en het oplossen van problemen is in deel 5.1 - V1 uitvoerig commentaar geformuleerd.Belangrijk is te onderstrepen dat hieraan in de eerste graad ruim aandacht moet besteedworden. Het baat niet getallenverzamelingen te ontwikkelen met een zware algebraïsche structuur, alsde leerlingen het concrete gebruik ervan niet inzien.De ontwikkeling van de getallenverzamelingen van de natuurlijke, gehele en rationale getallen zalvanaf het begin gekoppeld worden aan betekenisvolle (probleem)situaties. Een voor de hand liggendepresentatie van informatie bij situaties en problemen zijn grafieken, diagrammen en tabellen. Die wordendan ook best geïntegreerd van bij de aanvang in het aanpakken van vraagstukken.Een vlotte omgang met bewerkingen en rekenprocedures is belangrijk. Dat betekent dat leerlingen vlotmoeten kunnen hoofdrekenen, cijferen indien nodig, een rekenmachine gebruiken en schattend kunnenrekenen. De leerling moet de verschillende rekenwijzen en –procedures flexibel kunnen inzettennaargelang de noodzaak. Het bereiken van rekenvlotheid gaat voor op de complexiteit van de oefeningen.In het eerste leerjaar gaat het bij het rekenen vooral over het verwerven van de vaardighedenin de vier hoofdbewerkingen. De invoering van machten komt sporadisch aan bod om het gebruik inberekeningen te vereenvoudigen, maar wordt maar ten volle uitgewerkt in het tweede leerjaar (metnegatieve exponenten).De rekenvaardigheid maakt gebruik van rekenregels en eigenschappen. In het eerste leerjaar zal eenaanvang gemaakt worden met het precies verwoorden van deze eigenschappen. Daarbij kan heel wataandacht besteed worden aan de wiskundetaal. De leerlingen moeten leren hun werkwijze correct teverwoorden en hierbij wiskundig correcte terminologie te gebruiken.De algebra komt aan bod als een logisch vervolg op de getallenleer. Grootheden, patronen, verbanden,eigenschappen worden voorgesteld met letters. Dat leidt tot formules en vergelijkingen. Het rekenenmet letters en lettervormen komt in het eerste leerjaar als dusdanig niet voor. Het oplossen vanvergelijkingen en het gebruik van formules is beperkt. Bij formules kan al aandacht besteed wordenaan getalwaarde, waardoor het begrip veranderlijke enigszins vorm krijgt.5.2.1.2 Aansluiting met het basisonderwijsDe te verwachten beginsituatie wordt uitvoerig beschreven in hoofdstuk 3. Bijzondere aandacht verdientde rekenvaardigheid. Ondanks de inspanningen in het basisonderwijs beschikken niet alle leerlingenover voldoende rekenvaardigheid. Het onderhouden en het aanvullen ervan, eventueel via eenremediërende aanpak, zijn in de eerste graad nog noodzakelijk.Over het algemeen worden als probleem aangegeven:- de vlotheid bij de rekentafels en de rekenautomatismen (al aan bod vanaf het tweede leerjaar);- het rekenen met breuken (let wel, vermenigvuldiging en deling komen in het leerplan bao maarbeperkt aan bod);- schakelfouten.1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde49D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!