11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wiskunde en wiskundevorming- De leerlingen kunnen verschillende oplossingswijzen (ook van anderen) vergelijken en bespreken,bijv. met oog voor eenvoud, effectiviteit, een brede toepasbaarheid, de mogelijke veralgemeningof algoritmisering, de elegantie van de oplossing ...- De leerlingen kunnen evenwichtig omgaan met kritische overwegingen bij een oplossing die zevoorstellen.3 Wiskundig modellerenConcretisering in wiskundige activiteiten:- De leerlingen kunnen wiskundige modellen gebruiken in een bepaalde context. Ze kunnen bij hetanalyseren en het structureren van een situatie een gekend wiskundig model herkennen en desituatie daarmee wiskundig beschrijven (mathematiseren).Voorbeelden- bewerkingen, evenredigheden, vergelijkingen, (later stelsels, functies);- onderlinge ligging van punten en rechten;- meetkundige situaties waarin lengten van lijnstukken, hoekgrootte, vorm, congruentie,symmetrie, ruimte … een rol spelen;- statistische maten, diagrammen, grafieken.- Ze kunnen omgekeerd een wiskundig model, of de resultaten die ermee verworven zijn, interpreterenen terugkoppelen naar de context (demathematiseren).- Ze kunnen de technische handelingen in een (gekend) model effectief uitvoeren (bijv. berekeningenmaken, vergelijkingen oplossen).- De leerlingen ontwikkelen het vermogen om een bestaand wiskundig model te onderzoeken, tebegrijpen, het toe te passen, de werking ervan te controleren en de toepasbaarheid kritisch tebespreken. Ze kennen de beperkingen van modellen en kunnen die inbrengen in het proces alsnodig (bijv. een vergelijking heeft niet altijd een oplossing).- Ze reflecteren op het gebruik van modellen en de modelvorming zelf. Ze kunnen het gebruik enhet misbruik van modellen bespreken (bijv. grafieken, diagrammen in de media).4 Wiskundig argumenterenConcretisering in wiskundige activiteiten:- De leerlingen kunnen een gegeven argumentering begrijpen en evalueren.- De leerlingen kunnen wiskundige argumenten geven, heuristiek gebruiken, formeel en nietformeleargumenten onderscheiden en een meer intuïtieve redenering ombuigen tot een onderbouwdeverklaring.- De leerlingen begrijpen wat wiskundig bewijzen betekent en hoe deze redeneringen te onderscheidenzijn van andere vormen van wiskundig redeneren (bijv. door middel van heuristiek).- Ze kunnen omgaan met de vaagheid van een informele redenering, maar die specificeren alsdaartoe de noodzaak ontstaat.- Ze kunnen evenwichtig omgaan met kritische overwegingen bij een opgestelde redenering.5 Wiskundige voorstellingen makenConcretisering in wiskundige activiteiten:- De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen verschillende voorstellingen (representaties)van wiskundige objecten en situaties (bijv. tabelvorm, diagram, grafiek, formule). Ze kunnen diecorrect interpreteren en de onderlinge verbanden aangeven tussen de voorstellingen.- De leerlingen maken gebruik van verschillende wiskundige voorstellingen, naargelang van desituatie of het doel, maar ook in functie van de wiskundige mogelijkheden van de representatie.12D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!