11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3 Wiskundevorming in het basisonderwijsHet streefdoel voor het leergebied wiskunde is dat leerlingen de nodige competenties (kennis en kunde)en de juiste ingesteldheid tot op zekere hoogte verwerven en integreren (Leerplan wiskunde -VVKBaO p. 22).3.1 De algemene doelen van het wiskundeonderwijs in het basisonderwijsIn het basisonderwijs worden zes algemene doelen nagestreefd:- Fundamentele wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden verwerven.- Wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden in verband brengen met en gebruiken in betekenisvollesituaties, ook in andere leergebieden en buiten de school.- De nodige wiskundetaal begrijpen en gebruiken, zowel in de wiskundeactiviteiten en -lessen alsdaarbuiten.- Een onderzoeksgerichte ingesteldheid ontwikkelen.- Zoekstrategieën (heuristiek) ontwikkelen om (wiskundige) problemen op te lossen en de vaardigheidverwerven om na te denken over eigen (wiskundige) denk- en leerprocessen en om die bijte sturen.- Een juiste opvatting over en waardevolle houdingen bij wiskunde verwerven.Voor de concrete uitwerking zie het leerplan wiskunde VVKBaO pagina 19 – 22.3.2 Krachtlijnen in het leerplan- Het wiskundeonderwijs in de basisschool heeft onder meer als doelstelling wiskundige vaardighedente verwerven die nodig zijn om dagdagelijkse praktische problemen aan te kunnen. Hetleerplan streeft ernaar dit aspect duidelijk te maken voor de leerlingen. Zo wordt gestreefd naareen positievere houding ten opzichte van wiskunde.- Vertrekken van betekenisvolle situaties en opgaven en intuïtieve inzichten (begrip lijn, vlak ...) iseen belangrijk uitgangspunt. Veel belang wordt gehecht aan het begrijpen van een probleem ende vertaling naar de wiskunde. Schatten, interpreteren van resultaten en het nuttig gebruik vaneen zakrekenmachine als hulpmiddel en controlemiddel komen geregeld aan bod.- Er is ruimte voorzien voor inoefening, automatisering en verwerving van parate kennis.- De hoeveelheid parate kennis (bijv. formules, metend rekenen, metriek stelsel) en de moeilijkheidsgraad(bijv. breuken, percentrekening) is beperkt. Formules komen slechts bij het einde vanhet begripsproces (bijv. het bedekkingsproces bij de oppervlakte).- Veel nadruk ligt op inzicht in de opbouw van formules en algoritmen en op het gebruik makenvan deze inzichten om zelf nieuwe formules af te leiden.- Dit uit zich in de domeinoverschrijdende doelstellingen. Hier gaat de aandacht naar algemeentoepasbare strategieën die de leerlingen kunnen gebruiken, naar reflectie over het bedrijven vanwiskunde en naar een positieve houding ten opzichte van wiskunde.- Aan de actieve inbreng van de leerlingen wordt veel waarde gehecht. Leerlingen brengen oplossingswegenaan en leren verschillende oplossingswegen vergelijken.- Verzamelingen, relaties en logisch denken worden functioneel gebruikt. Dit betekent dat de leerlingennog wel verzamelen (bijv. zoek de delers van 20), maar het formeel noteren (venndiagram,opsomming, omschrijving) komt niet aan bod.1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde15D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!