11.07.2015 Views

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

D/2009/7841/003 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Leerplandoelstellingen – Vaardigheden en attitudessteld percentage niet halen. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van <strong>ICT</strong>-hulpmiddelen.Het is evenwel niet zo zinvol de leerlingen van bij de eerste lessen in de eerste graad almeteen te overdonderen met een zeer uitgebreide toets. In een eerste algemene en oriënterendeverkenning kan op basis van de grote en meestal veel voorkomende problemen onderzochtworden, waar de leerlingen nog ondersteuning nodig hebben. Op basis daarvanwordt een meer systematische aanpak gepland, waarbij eventueel meer specifiek naar dekennis van onderdelen gepeild wordt. Dat kan op een moment dat de noodzakelijke vaardighedenaan bod zullen komen in de lessen. Alleszins worden de (remediërings)taken gerichtafgestemd op de feitelijke situatie.We pleiten voor het geregeld oefenen van elementaire rekenvaardigheden in het normalecurriculum. Dit kan als een rode draad doorheen het schooljaar lopen. Naargelang de samenstellingvan de klas en de basisoptie kan hieraan gedifferentieerd gewerkt worden. Leerlingendie op het laagste beheersingsniveau nog onvoldoende scoren, krijgen best oefeningenop dat niveau en niet hoger. Geleidelijk aan wordt getracht het niveau op te trekken.Leerlingen die een bepaald niveau bereikt hebben, kunnen na een aantal onderhoudsoefeningenvia differentiatie andere onderdelen aanpakken. Zo komt er ruimte voor de aanpakvan hogere beheersingsniveaus. Uiteraard zal het blijven sluimeren op een laag beheersingsniveaurepercussies hebben op de oriëntatie van de leerlingen. Door een dergelijkegetrapte aanpak heeft de leraar materiaal in handen om het slagen van een leerling (of juisthet niet slagen) te verantwoorden en om de oriëntering te onderbouwen.Zoals al eerder gesuggereerd is het zinvol de aanpak van de rekenvaardigheid niet los tekoppelen van de reële context waarin leerlingen hun rekenvaardigheid nodig hebben. Louterkale oefeningen blijken weinig motiverend te werken. Daartegenover blijkt het plaatsen vanrekenvaardigheidsoefeningen in de context van vraagstukken en probleemaanpak te renderen.De rekenvlotheid komt voor de ingewikkeldheid van de vormen.<strong>ICT</strong>-ondersteuningEr is heel wat software ter beschikking om de leerlingen trainingssessies op computer aan tereiken (bijv. als onderdeel van hoekenwerk). In de handel zijn verschillende oefenprogramma’sverkrijgbaar op cd-rom. De software is al zo ver ontwikkeld, dat kan gewerkt wordenmet adaptief materiaal. Dat betekent: materiaal dat de gepresenteerde oefeningen aanpastaan het beheersingsniveau van de leerling. Belangrijk is wel leerlingen op remediëring gerichtmateriaal aan te bieden dat geschikt is voor hun leeftijd.V3Meet- en tekenvaardighedenDe leerlingen hebben in de basisschool aandacht besteed aan het uitvoeren van (elementaire)meetprocessen en het aflezen en zelf maken van tekeningen of schetsen bij vlakke enruimtelijke situaties. In de eerste graad moet hier binnen wiskunde slechts aanvullend (eventueelremediërend) gewerkt worden. In wetenschappen en technische vakken zullen leerlingengeconfronteerd worden met nieuwe grootheden en dus nieuwe meetprocessen of methet verhogen van de meetnauwkeurigheid door het gebruik van meer gesofisticeerde instrumenten.Het onderdeel meten en metend rekenen van de basisschool vindt een natuurlijkverlengstuk in die vakken. Toch blijft in wiskunde meet- en tekenvaardigheid van belang.Het uitvoeren van effectieve meetprocessen wordt niet meer expliciet gevraagd. Wel moet deverworven methodiek gebruikt worden bij het voorstellen van vlakke en ruimtelijke figuren, bijhet oplossen van meetkundeoefeningen of bij een sporadische meetopdracht.In opdrachten wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen tekenen en construeren. Mettekenen wordt dan bedoeld: het maken van de figuur met geodriehoek en meetlat. Construerenbetekent: het striktere en traditionele werken met passer en liniaal.Het belang van constructies in de meetkunde moet geplaatst worden in een historische context,waarbij ze hun bijdrage hadden tot de ontwikkeling van de meetkunde zelf. Ook nu nogkan construeren meetkundig inzicht bijbrengen. Het precies omschrijven op basis van eigenschappenvan de te volgen weg en de nauwgezette uitvoering staat borg voor een degelijke1ste graad, 1ste leerjaar A, 2de leerjaarAV Wiskunde35D/<strong>2009</strong>/<strong>7841</strong>/<strong>003</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!