Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
'n mensch . Bloed blijft bloed . . .'<br />
"t Stokje zal to hoog zitten,' meende tante Stans - bet stokje verzettend<br />
.<br />
Het was Zondag. Uren achtereen bekeken ze Piet, die ongemanierd<br />
door <strong>het</strong> zand ravotte, zaad at, water dronk, geen geluid gaf .<br />
Hij scheen heelemaal heesch to zijn, deed geen bek open, zelfs niet<br />
toen hij in <strong>het</strong> zonnetje kwam to staan .<br />
Er ging een halve week voorbij . Piet sprong niet . Piet zong niet .<br />
'Als we eens 'n dokter lieten komen,' klaagde Stans terneergeslagen :<br />
"t beest was toch zoo mooi op slag, toen ik 'm kocht .'<br />
'Hij zal nog niet volgroeid zijn,' beweerde Hein : "t lijkt of-ie<br />
grooter geworden is .'<br />
'Malligheid,' zei Stans, 'n kanarievogel groeit niet . Dat heb ik nog<br />
nooit gehoord .'<br />
Ze begon zich ongerust to maken . Piet at goed, gedroeg zich zelfs<br />
onbehoorlijk-vraatzuchtig .<br />
Telkens droeg zij andere lekkernijen aan, praatte met hem, vertroetelde<br />
hem.<br />
Piet bleef van slag, had nog geen enkelen keer 'piet' gezegd, wat<br />
toch je meest ordinaire kanarievogel doet .<br />
't Zal 'n wijfje zijn,' zei Hein, die <strong>het</strong> geval met zijn kantoorcollega's<br />
besproken had ; je heb je laten beetnemen ouwe .'<br />
`Nee,' ontkende Stans, 'daar durf 'k 'n eed op doen dat 't 'n mannetje<br />
is. Dat heeft de koopman duidelijk gezegd en je kunt toch<br />
we] an z'n loop en an z'n bouw zien dat 't 'n mannetje is . 'n Vrouwtje<br />
is niet zoo breed en zoo zwaar .'<br />
'1k zeg je hij groeit,' zei Hein weer .<br />
En werkelijk begon Stans nu ook eenigszins to twijfelen . Piet was<br />
in die kleine week dikker en breeder geworden .<br />
Het was niet to ontkennen . Zulk een zonderling geval!<br />
'Als 't 'n wijfje is dan komt-ie nooit tot zingen,' zei Hein nog eens .<br />
'Ja, als, Ms . . . Hoe komen we dat to weten?' vroeg zij ongerust.<br />
`Wolfson, de tweede boekhouder,' zei Hein, 'heeft 'n mannetjeskanarie<br />
gehad die niet wou zingen . Op 'n goeien dag koopt-ie 'n<br />
wijfje 'r bij, hangt dat 'n eind verder in een andere kooi - en na<br />
twee, drie dagen zbng 't mannetje . . .'<br />
'Maar hoe komen wij aan een wijfje,' zuchtte Stans . 'Kom nou Piet!<br />
Zing nou is wat! Wees nou is 'n beetje vroolijk in 't leven . . .!'<br />
89