0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

VIERDE nOOFDSTUK.
van de jaarlijksche Hofreize — want een voorregt
was dit in de oogen der Japanners — in eene Hofreize
alle vier jaren te veranderen. Hoe lastig,
vermoeijend en kostbaar die jaarlijksche reis mogte
wezen voor het Opperhoofd en de Ambtenaren van
de factorij, welke hem verzelden, men had zich
dezelve getroost, dewijl men daardoor in aanraking
kwam met de grooten des Rijks, welke den Keizer
omringden, hetgeen nu en dan ten goede gedeidde
of wel kwaad voorkwam. Het eenige dat tot verzachting
in dezen strekte, was dat voortaan het
Opperhoofd niet ieder jaar behoefde vernieuwd te
worden, maar vier of vijf achtereenvolgende konde
aanblijven.
Waren de voordeelen van den Japanschen handel,
door de zware ongelden, op aanzienlijke wijze
verminderd, het onaangenaam verblijf op Dezima
en de buitengewone omzigtigheid, welke door de
leden der Factorij moest worden in acht genomen,
strekte geenszins tot veraangenaming; daar kwam
nog bij, het veelvuldig verlies van schepen tusschen
Batavia en Nagasaki — waardoor die vaart veel
teleurstellingen opleverde — zoodat het niet te verwonderen
was dat bij de bezuiniging, welke men in
alle zaken van de Compagnie op het oog had, ook
het ligten van de Factorij in Japan, ernstig in beraadslaging
was genomen. Eene reis naar het
vaderland van Mr. J. Titsingh had gestrekt om
Bewindhebberen ten aanzien van den Japanschen
handel in te lichten, zoodat toen de Hooge Regering
te Batavia het raadzaam achtte om de Factorij
te ligten, de Kamer van 17», inbaar schrijvenvan
het jaar 1794, zich daarmede niet vereenigde,
ofschoon door haar werd toegestemd, dat bij de
99
7*