0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

202 ZEVENDE HOOFDSTUK.
het schijnt, den Gouverneur tot zijne zienswijze
wist over te halen.
De zaak bleef slepende. Steeds vertrouwden de
belanghebbenden dat de stellige last van het Staats-
Bewind door de Gezagvoerders der Kolonie zoude
nageleefd worden. Immers in de onderneming
zelve was betrokken een man die zich in Nederland
in de algemeene achting mögt verheugen. Toen
eindelijk de opmetingen hadden plaats gehad en
deswege verslag was uitgebragt, wendden de belanghebbenden
zich op nieuw tot den Gouverneur
met verzoek om, overeenkomstig de ontvangene
toezeggingen, in het bezit te worden gesteld van
de landerijen die het voorwerp van het onderzoek
hadden uitgemaakt. Met Von Bouchenröder werden
de Gemagtigden van Van Hogendorp uitgenoodigd
om op nieuw een mondgesprek met Gouverneur en
Raden te houden. Die bijeenkomst had plaats op
den 15 n van Oogstmaand 1804. Janssens gaf te
kennen dat de, ter Gouvernements beschikking
zijnde landerijen , niet genoegzaam waren voor het
dool, het aankoopen van in bezit zijnde plaatsen,
zoo groote kosten zoude veroorzaken, dat hij , als
medegemagtigde van Van Hogendorp (reeds vroeger
had hij zich dit aangematigd), niet konde toestemmen
in de bedoelde kolonisatie. Do Procureur-
Generaal Belaerts deed hem opmerken dat de Gemagtigden,
op hun schrijven omtrent de groote
kosten van het aankoopen der Leenplaatsen, bereids
een goedkeurend antwoord van hunnen lastgever
hadden ontvangen, zoodat des Gouverneurs bezorgdheid
hun geene bekommering veroorzaakte. De
maar de pest kan ook in hel land komen, dan hebben wij allen
gedaan,»