0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

228 ACHTSTE HOOFDSTUK.
Amboina, tot het overvoeren der benoodigde provisien,
manschappen enz. daar heen, als tot het
terug brengen der specerijen van daar naar Batavia.
Meermalen gebeurde het, op die togten en bij het
kruisen langs de kusten van Java, dat men
Engelsche koopvaardij-schepen of zeeroovers vermeesterde.
— Later kreeg de Vice-Admiraal uit
Patria den last om, ten aanzien der bevelen van
den 8 n van Grasmaand 1803, met soldaat- en
zeemanschap te werk te gaan. — Dit was een
gevolg der klagten van Linois bij zijn Gouvernement
, over den onwil, zoo als het heette, van
Hartsinck om hem tegen de Engelschen te ondersteunen.
Hierover was de Keizer zeer gebelgd,
hetgeen oorzaak werd van de gewijzigde lastgeving
aan Hartsinck. Deze meende zijn pligt naar
behooren te hebben overeengebragt met de ondersteuning
, welke men jegens den bondgenoot verschuldigd
was, zoodat er sedert onwil jegens den
Franschen Schout-bij-Nacht bij kwam; hij beweerde
dat het scheepsvolk, door het klimaat te veel geleden
had, om krachtdadigen bijstand aan de Franschen
te kunnen leveren. Later kwam daar niets
meer van.
Nog voor het einde van het jaar 1804 hield
Hartsinck een mondgesprek met Siberg, waarin de
maatregelen der verdediging van Batavia, Samarang
en Soerabaya werden vastgesteld. Ter reede van
Batavia lagen voorts gewoonlijk een of twee linieschepen
en een of twee fregatten. Als scheepsstation
gaf de Vice-Admiraal verre de voorkeur aan
Soerabaya. Daar was de gelegenheid tot scheepsherstel
beter, en men kon te Oedjong-Panka, en
in den Trechter steeds vaartuigen op den uitkijk