0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

340 ELFDE HOOFDSTUK.
vervuld van haat tegen de Hollanders. Doch hij
was loos en listig en wist zijne heerschzuchtige
ontwerpen te bemantelen. Aan hem is het merkwaardige
waterkasteel te Djokjokarta' zijn oorsprong
verschuldigd. De Gouverneur-Generaal op het
einde van Grasmaand 1808, op reis gegaan zijnde,
om den toestand van het eiland Java te leeren
kennen, wilde ook de beide Vorstenhoven bezoeken.
Hij eischte echter even zoo ontvangen
te worden als zestig jaren vroeger Van Imhoff
te Soerakarta was wedervaren; maar hij vorderde
tevens dat de vernederende ceremonie, waaraan de
Eesidenten aan de beide Hoven gewoon waren zich
te onderwerpen, zoude worde afgeschaft, namelijk,
het maken van diepe buiging blootshoofds
zonder zonnescherm, het aanbieden van de gouden
siriedoos of het gouden waschbekken. Immers die
Eesidenten waren niet langer de vertegenwoordigers
van eenige kooplieden, die zelven onderdanen
waren, maar sedert de koloniën aan den Staat
waren overgegaan, vertegenwoordigden zij den
Souverein. Dien overeenkomstig moesten zij behandeld
worden. Ziedaar wat Daendels van de
Vorsten vorderde. Het Solosche Hof voldeed gereedelijk
aan het verlangen van Grootvader, titel
waardoor de onderdanigheid van den Keizer aan
den Gouverneur-Generaal, sedert het bezoek van
Van Imhoff, wordt kenbaar gemaakt. Do Sultan
onderwierp zich niet aan het nieuwe ceremonieel,
dat op den 28" van llooimaand 1808 werd
vastgesteld.
De Sultan gedroeg zich in zoodaniger voege, dat
men moest vermoeden dat het opeenstapelen van goud
en kostbaarheden een dieperen zin had dan het