0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

68 DERDE HOOFDSTUK.
twee van Kolumbo en vier uit Sina, zoodat de
geheele waarde dier Vloot op één honderd ton
gouds begroot werd. Ten einde vóór het stormsaisoen
de noordsche wateren te bereiken, naderde
de tijd tot het vertrek al meer en meer. De geruchten
omtrent een oorlog met Engeland werden
dreigender en de Kapitein ter Zee Dekker, die
den 22" van Wintermaand 1794 uit Nederland
vertrokken was, bragt geen geruststellende maaronzekere
tijdingen mede. Den 19" van Bloeimaand
1795 zeilden de Scipio en de Komeet als geleiders
der retourvloot van negentien zeilen uit de Simonsbaai,
koers houdende beoosten Sint Helena naar
het Eiland Ascension. Hier telde de Kommandant
De Jong nog maar negen schepen van de Retourvloot,
zoodat de overigen, of als zeer trage zeilers
nog waren achter gebleven, dan wel, het wachten
moede, het anker geligt hadden en doorgezeild
waren. Geen dier gemist wordende schepen kwam
later weder onder zijne vlag.
Eerst op den 7" van Oogstmaand werd van een
Amorikaansch schip , dat sedert zijn vertrek uit den
Theems eene maand reis had, vernomen dat er
tusschen Engeland en de Republiek een oorlog was
uitgebroken, en dat er onzerzijds met Frankrijk
vrede was gesloten. Nu was dubbelde waakzaamheid
aan te raden. Den 15" dier maand, reeds
op hooge noordelijke breedte zijnde, had men bestendig
met zware stormen of dikke mist te kampen,
zoodat de meeste schepen, zware schade bekwamen,
veel zieken en dooden kregen, en het in diervoege
gevaarlijk werd langer zee te bouwen dan hoog
noodzakelijk was. Ook had de Scipio soms niet
meer dan een paar schepen in zijne nabijheid.