0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

TWAALFDE HOOFDSTUK. 367
Hollandschen Gouverneur der Kaapkolonie. Koning
Lode wij k had genoegen genomen met het Verslag,
door den Adjudant Verkouteren op den 24 n van
Grasmaand 1806 te 's Hage aangebragt 1 ). Later
was hij Minister van Oorlog geweest en genoot nu
de gunst van Napoleon, die hem, als den overbrenger
der tijding van Lodewijks afstand van de kroon,
had leeren kennen. Do Brigade-Generaal Jumel
verzelde hem om in het militair bevel hem ter zijde te
staan, terwijl twee auditeurs van den Franschen
Staatsraad als Raadslieden zouden dienen. Behalve
verscheidene Fransche en Hollandsche, onder welke
verdienstelijke officieren, gingen mede naar Java,
als officieren zijner keuze, kolonel Alberti en
kapitein Knotzer, die onder hem aan de Kaap De
Goede Hoop hadden gediend. Twee schepen
zeilden naar Java in Wintermaand 1810, in alles
500 koppen, Officieren en mindere rangen, aan
boord hebbende. Weinige dagen voor Janssens
bereikte Jumel Soerabaya en haastte zich naar
Batavia, als belast om, bij afwezigheid of bij aflijvigheid
van den nieuw benoemden Bewindvoerder,
voorloopig het Generalaat op zich te nemen. Doch
Janssens met het fregat La Méduse bereikte Soerabaya,
den 28 n van Grasmaand 1811. Dienst
doende aan boord van het fregat bevond zich de
Luitenant ter Zee J. C. Baud, die, wijl Janssens
l) In zijn Verslag van don Staat des lands op het einde van 1806
zegt Louis Bonaparte in zijne Bocuiiens Historique T. I, p. 296 dat
de Kaap Do Goede Hoop «a été attaqué par des forces considerables;
les troupes chargées de sa défense ne se sont pas également bien conduites:
le gouverneur a fait son devoir. » Deze woorden zijn, onzes
inziens, als geene vlcijende getuigenis van 'sKonings tevredenheid
te beschouwen zoo als de Heer Mijcr meent.