0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

ELFDE HOOFDSTUK. 361
Evenwel verliepen naauwelijks acht weken, na de
eerste officiële tijding, of de Fransche Brigade-
Generaal Jumel, verzeld van onderscheidene Officiers
en manschappen, landde te Soerabaya, en
bragt geheel andere bevelen mede. Hij was benoemd
als Opperbevelhebber over de troepen en de
Generaal Janssens, door den Keizer verheven tot
Divisie-Generaal en Gouverneur-Generaal van Zijne
183,'i, hl. 241—245, wordt den Generaal Daendels kwalijk genomen,
dat hij Napoleon grootelijks toejuichte en zich verheugde over de inlijving
van zijn vaderland en van Java, onder den scheptcr van den
Franschen Keizer. De lieer Mijer verwondert er zich over en bejammert
het dat Daendels niet do vaan der onafhankelijkheid heeft opgestoken,
«om het eiland Java voor het moederland te redden, daar hij
misschien op de hulp en bijstand der Britten had kunnen rekenen-»
terwijl toch ook do Engelschen zich zouden hebben «onthouden van
alle daden van aanval en verovering tegen do Hoofdzetel der Nederlandsche
llegering in Indië, zoo lang er geene vrceze bestond, dat
ook Java middellijk of onmiddellijk zou komen onder de overmagt van
Frankrijk.» — Wat Daendels aangaat moet aangemerkt worden, dat
ook Nederlanders, minder in geaardheid met Napoleon overeenkomstig,
en die aan het Huis van Oranje waren gehecht geweest, den werelddwinger
toejuichten en bewonderden. Gewis zoo iemand, ware Daendels
wel de eenige man geweest, om Java van alle Europesche magt
onafhankelijk (e verklaren. Maar er bestond geen moederland, waarvoor
Java gered konde worden; Daendels had Echtgenoote en kinderen
in Nederland; hij werd steeds door Decrès gevleid en hem fransche
hulp toegezegd; en van den voorstander van 1795 kon men geene vriendschap
voor Engeland verwachten. De Heer Mijer zegt zelf dat D. misschien
op de hulp der Britten had kunnen rekenen, terwijl de Engelschen
wel «allerwaarsc-hijnlijkst Java zouden hebben bezet.» Mögt men van
D. verwachten dat hij aarzelen zou tusschen de keuze Java aan de
Engelschen over te geven of zelf Oppcrbewindsman te bhjven onder
Napoleon, daar er toch geen Nederland meer bestond? — Overigens
geloof ik dat de Heer Mijer dwaalt met te veronderstellen dat de
Engelschen Java niet zouden hebben aangetast. Immers men achtte
eene aanzienlijke krijgsmagt tot zoodanigen aanval noodig, en tweemaal
was deze reeds uitgesteld. Ook blijkt daarvan niets bij J. Piuoa
Reis naar de Indische Zee met het l'regal Nisus, bl, 155 en 1C3.