0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

NEGENDE HOOFDSTUK. 261
amfioen — «is het wettig eigendom van den cultivateur.
De vrije en onbelemmerde beschikking
daarover, komt hem toe, voor zoo verre dezelve
bij dit Charter niet is beperkt.
Dien overeenkomstig heet het, in art. 16 en 17
van de instructie voor den Gouverneur-Generaal,
dat vooreerst al de koffij en peper, op het eiland
Java vallende, aan het Gouvernement tegen bepaalde
prijzen worde geleverd, doch hem wordt
aanbevolen opzettelijk na te gaan, of en in hoeverre
dit stelsel kan worden veranderd of gewijzigd.
Dewijl de suikercultuur, in het Gouvernement
van Java's Noordoostkust, niet als voordeelig voor
den Lande, door de Commissie werd beschouwd,
behoorde het aanleggen van nieuwe of het instandhouden
der bestaande fabrieken niet te worden
aangemoedigd, behalve die te Batang (Pekalongan)
en te Japara, dewijl die molens, naar een Amerikaansch
stelsel gebouwd, als modellen eener betere
inrigting kunnen worden aangemerkt. Aan dezen
en genen in de Bataviasche Ommelanden kan, onder
zekere voorwaarden, de vrije beschikking over
hunne suikers worden aangeboden.
Voorts kwam de verkoop der producten in aanmerking.
— Voor de behoeften van Indië, was
het verkoopen te Batavia de natuurlijke weg, hetzij
bij veiling of tot vastgestelde prijzen. Daar voor
rekende men benoodigd al het tin, volgens contract
door den Sultan van Palembang te leveren, drie
miljoen pond peper en zekere hoeveelheid specerijen.
Zoolang de suikerfabriekanten nog suiker aan den
Staat leveren, moet ook die te Batavia worden
verkocht.
Wat aangaat de producten voor de Europesche