0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

ELFDE HOOFDSTUK. 331
kasteel aan den vijand plaats had. Deze was op het
glacis geschaard 400 man sterk, toen de bezetting
uittrok, welke zich krijgsgevangen moest geven.
Die bezetting telde 2000 koppen Europeanen en
Maleijers, met het scheepsvolk van eenige vaartuigen.
De Hollandsche soldaten deze handvol volks
ziende, braakten verwenschingen uit tegen den laaghartigen
Bevelhebber; de officieren, braken hunne
degens in stukken, ja het scheen een oogenblik
geschapen alsof de verradene manschappen zich op
den vijand zouden werpen. Aan de Engelsche Officieren
gelukte het dit voor te komen. Het geschut,
dat den vijand in handen viel, bedroeg 218 stukken
'), zonder de geweren en den krijgsvoorraad
te rekenen. De voorraad nagelen, de koloniale
vaartuigen enz. vormden een' rijken buit.
De bezetting, werd, ingevolge de Capitulatie ,
naar Java overgebragt. De Kolonel Piltz, bij
zijne komst voor den wal, te Pekalongan, voor
eenige oogenblikken aan land gaande, ontving den
raad, niet te Batavia te komen, als van zijne
veroordeeling kunnende zeker wezen. Ook Tucker
had hen geraden niet naar Java te gaan. Hij
erkende zwak geweest te zijn, en zich te willen
onderwerpen. Hij werd door den krijgsraad veroordeeld
en dood geschoten. — Zijne beide laaghartige
Adjudanten, werden als eerloozen uit de dienst
gejaagd 2 ). De Gouverneur werd mede smadelijk
ontzet.
1) Aan het verhaal, te vinden in Beknopte beschrijving van den
veldtogt op Java in 1811, door BERNHARD HEKTOG VAN SAKSEN-
WEIMAK-BISENACH &C., vertaald door J. C. VAN BlJNEVELD, heb
ik de voorkeur gegeven. Zie aldaar blz. 16—20.
2) Herinneringen frc., van Mr. II. G. BARON NAHTJYS VAN BÜRGST