0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

DERDE HOOFDSTUK.
aan Gouverneur-Generaal en Raden kennis gegeven
en door dezen, op den 7" van Oogstmaand 1798,
by Publicatie algemeen bekend gemaakt.
Bij het optreden van het Comité tot de Oost-
Inchsche Zaken in den aanvang van het jaar 1796
hadden met der daad alle uitzendingen naar Indie,
ten gevolge van den Engelschen oorlog, opgehouden,
zoodat er van de belangrijke inkoopen, leverantien
enz. ten behoeve der verschillende Bezittingen
in Oost-Indië geene sprake meer konde wezen
De voorjaars- en najaarsveilingen, die vroeger miljoenen
schats opbragten, waren onbeduidende verkoopmgen
geworden. De belangrijkheid van het
Comité kon derhalve niet in vergelijking komen
met die van de Vergadering van 17n, misschien
naauwelijks met eene van de vier kleinere Kamers
Door de benoeming van hetzelve, was het Comité
regtstreeks afhankelijk van den Souverein van den
geheelen Staat; en alhoewel, sedert den aanvang
van het jaar 1796 , de Souvereiniteit der Gewestehjke
Besturen van Holland en Zeeland wettig niet
langer bestond, duurde het nogtans tot den 22»
van Louwmaand 1798 alvorens de vernietiging dier
Souvereiniteit in hare geheele volheid in het leven
trad. Holland en Zeeland, slechts administratief gezag
hebbende, was ook van dien kant de betrekking
op de Oost-Indische Maatschappij slechts enkel
tot de geschiedenis bchoorende. Het Octrooi
had, bij gebreke van het ligchaam voor en te
wiens behoeve het was uitgevaardigd, als zonder doel
zijnde, opgehouden te bestaan. Voor den schijn
echter tegenover de Natie en voornamelijk ten opzigte
der briefwisseling met Commissarissen-Generaal
en met de Hooge Regering, alsmede ten