0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

46 TWEEDE HOOFDSTUK.
het bewijs hoe men ijverig naar verbetering in de
huishouding, enz. heeft getracht.
De vergadering van 17» ontkende in hare verdediging
niet, dat de vroegere Staats-Commissie bij
haar rapport van den 16« van Bloeimaand 1793
gegronde aanmerkingen had te berde gebragt omtrent
den vorm van het Bestuur, verdeeld in zes
kamers. Naar hot oordcel der Staats-Commissie,
hadde concentratie van dat Bestuur, eerst in aanmerking
kunnen komen bij het einde van het Octrooi.
Ook moest men omtrent dat Bestuur nimmer vergeten
hoe en in welker voege, bij den aanvang
der 17 c Eeuw, de bestaande vennootschappen, welke
allen op Indië handel dreven, tot éune maatschappij
waren vereenigd geworden, en langs dien weg do
verschillende zes kamers of afdeelingen waren geboren
geworden.
Door Bewindhebberen werd evenmin ontkend dat
de Staten van Holland het denkbeeld door de Staats-
Commissie geopperd, van concentratie van het
Bestuur, zich hadden toegeëigend en uitgewefekt
bij hunne Eesolutie van den 11" van Wijnmaand
1793, maar door de Staten was tevens het denkbeeld
uitgedrukt van de daarstelling eener Permanente
Vergadering van 17" welke zoude gevestigd worden,
te Amsterdam of 's Hage ; doch er was wel bepaaldelijk
bijgevoegd «overeenkomstig het Octrooi en
representerende de Generale Oost-Indische Compagnie.»
Verder was door de Staten van Holland gezegd,
dat men met hot einde van het Octrooi behoorde
bedacht te wezen op nieuwe maatregelen
strekkende «ten meesten voordecle van participanten.»
— Het was er derhalve verre af dat de Staten
van Holland, zich bij hun besluit van den 1 In