0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

410 TWAALFDE HOOFDSTUK.
onder zijn kleinen hoop begonnen zich te verspreiden?
Allerhagchelijkst was zijn toestand. Daarbij voegde
zich de onzekerheid over hetgeen in Straat Madura
intusschen voorviel. Hoe zoude de uitkomst wezen
der verrigtingen tegen Fort Lodewijk en tegen
Soerabaija? Mögt de afloop ongunstig uitvallen,
dan konde zulks wel nadeelig op zijn' toestand
terug werken, en hoedanig zoude in dat geval de
eindelijke uitslag van den veldtogt wezen! — Terwijl
Sir Samuel Auchmuty zich met dergelijke overwegingen
bezig hield, kwam de brief van Janssens,
eene wapenschorsing vragende, tot dat hij den tijd
zoude hebben gehad met Lord Minto een verdrag
te sluiten. — Te gelijk vernam hij iets van den
verlaten toestand van den Opperlandvoogd en hoe
neerslagtigheid zich van hem en die hem omringden
had meester gemaakt. — Alle onderhandeling met
. den Gouverneur-Generaal van Britsch Indië, die
zich te Batavia bevond, werd met hooghartigheid geweigerd,
dewijl de Generaal zich daardoor de voordeelen
van het oogenblik zoude hebben laten ontsnappen.
Op die voorwaarde werd de wapenstilstand gesloten,
terwijl de onderhandelaars zich des voormiddags
van den 17 n zouden aanmelden.
Nog meer berigten ontving de Engelsche Generaal,
omtrent de weerloosheid en de ontmoedigde
gesteldheid van zijnen vijand te Salatiga. Hij
begreep daarmede zijn voordeel te kunnen doen,
en stelde de volgende hoofdpunten eener Capitulatie
op ') :
1°. Dat het verdrag zich moest uitstrekken over
alle de onderhoorigheden van het bestuur van Java.
!) Veldtogt op Java, bl. 13C,